Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 5551582 \ CV EXPL 16-11348)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met drie grieven en vijf producties;
- de memorie van antwoord met een productie.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellante] tegen [Wooncenter] over de doorbetaling van loon na de opzegging van de arbeidsovereenkomst. [appellante] was sinds 2008 in dienst bij [Wooncenter] en had haar arbeidsovereenkomst in 2009 omgezet naar onbepaalde tijd. Na een ziekmelding in juli 2016 heeft [Wooncenter] de arbeidsovereenkomst opgezegd per 30 september 2016. [appellante] betwistte de rechtsgeldigheid van deze opzegging en vorderde in kort geding doorbetaling van haar loon over de maanden oktober en november 2016, evenals andere vergoedingen. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat [appellante] geen spoedeisend belang had bij haar vorderingen, omdat zij een ziekengelduitkering ontving die gelijk was aan haar laatstgenoten loon. Het hof heeft in hoger beroep de grieven van [appellante] verworpen en geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet was ingetrokken. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellante] in de kosten van het hoger beroep.