In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Pewe Beleggingen B.V. en een andere appellant tegen Yvestmar B.V. De zaak betreft een geschil over de vaststelling van de hoogte van teveel betaalde goodwill en de bewijswaardering in deze context. Het hof heeft eerder een tussenarrest gewezen op 27 december 2016, waarin het partijen in staat stelde om zich uit te laten over de berekening van de teveel betaalde goodwill. Yvestmar heeft in een akte op 24 januari 2017 verzocht om terug te komen op drie oordelen van het hof, met betrekking tot de berekening van bedrieglijk in rekening gebrachte uren en de gehanteerde rekenmethodiek. Het hof heeft in deze procedure de stukken van de eerste aanleg en het tussenarrest in overweging genomen. Het hof heeft vastgesteld dat er onduidelijkheden zijn over de berekening van de schadeposten en dat de eerder gegeven beslissingen mogelijk berusten op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag. Het hof heeft Pewe c.s. in staat gesteld om zich uit te laten over de verzoeken van Yvestmar, waarbij het hof de verdere beslissing aanhoudt. De uitspraak is gedaan op 23 mei 2017 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.