Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 1.000.
4.Gronden
“het door een verzekerde ‘inkopen’ van zorg door gecontracteerde hulpverleners die wordt gefinancierd vanuit een aan die verzekerde toegekend persoonsgebonden budget, geschiedt derhalve in het economische verkeer; dat geldt ongeacht of de gecontracteerde hulpverlener al dan niet tevens in familie- of gezinsverband staat tot de verzekerde. Een en ander brengt mee dat ook de werkzaamheden die door de aldus gecontracteerde hulpverlener worden verricht, steeds worden verricht in het economische verkeer”.
“tot die kosten behoren mede uitgaven voor logeerweekenden en vakanties om belanghebbende te ontlasten.”Het Hof is van oordeel dat de feiten en omstandigheden in deze zaak niet vergelijkbaar zijn met die in de zojuist genoemde uitspraak.
belanghebbendete ontlasten. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze door haar opgevoerde kosten in een voldoende zakelijk verband staan tot haar inkomsten in het kader van de zorgverlening aan [A] , zodat deze kosten niet voor aftrek in aanmerking kunnen worden genomen.
5.Beslissing
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.