Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Gemeente Uden,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Buizerd B.V. en de Gemeente Uden. Buizerd B.V. had de gemeente aangeklaagd omdat zij vond dat de gemeente haar ongelijk had behandeld in vergelijking met andere initiatiefnemers. Buizerd stelde dat de exploitatieovereenkomst die zij met de gemeente had gesloten in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 3:14 BW. De rechtbank had eerder de vorderingen van Buizerd afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.
Het hof oordeelde dat van ongelijke behandeling alleen sprake kan zijn als gelijke of vergelijkbare gevallen ongelijk worden behandeld zonder objectieve of redelijke rechtvaardiging. Het hof concludeerde dat Buizerd onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat de gemeente in strijd met het gelijkheidsbeginsel had gehandeld. De gemeente had gemotiveerd aangetoond dat de verschillen in kostenverhaal en voorwaarden voor Buizerd en andere initiatiefnemers gerechtvaardigd waren door de aard en omvang van de planwijzigingen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Buizerd in de kosten van het hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van objectieve rechtvaardiging bij de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in het bestuursrecht, vooral in het kader van exploitatieovereenkomsten. Het hof bevestigde dat de gemeente contractsvrijheid heeft, maar dat deze vrijheid wel begrensd is door de beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het gelijkheidsbeginsel.