Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[X] Parketvloeren,
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“(….) Er dient eerst een onderzoek gedaan te worden vanwaar al dit vocht komt. Ook in de muren loopt het restvocht tot boven de 3%. Om hier iets degelijks van te kunnen maken dienen alle dekvloeren verwijdert te worden en dient er een volledige opbouw gedaan te worden inclusief vochtkering zodat er geen optrekkend vocht meer in aanraking kan komen met de te plaatsen parketvloer. (…)”[geïntimeerden] zijn vervolgens zelf overgegaan tot het aanleggen van een betonnen vloerconstructie. Op deze betonnen vloerconstructie is in opdracht van [geïntimeerden] door het bedrijf [Z] B.V. (hierna: [Z] ) een cementdekvloer aangebracht. Nadat de cementdekvloer door [Z] was aangebracht heeft [Y] wederom een inspectiebezoek gebracht aan de woning van [geïntimeerden] en heeft als volgt geadviseerd:
“(…) Aan de schuifraam dient de ondervloer verstevigt te worden met 1 laag Wakol PU280, daar hier de dekvloer fel beschadigd is door in en uitlopen. Verder is de dekvloer van goede kwaliteit en kan er gelijmd worden met Wakol PU 225. (…)”[X] Parketvloeren heeft de parketvloer in februari 2017 gelegd. [geïntimeerden] waren op dat moment tevreden over het resultaat en hebben de factuur van [X] Parketvloeren van € 7.047,03 betaald.
“(…) Mijns inziens heeft [X] Parket weliswaar juist gehandeld door advies in te winnen bij haar leverancier, doch er is ook een tekortkoming te benoemen.
“(….)Er dient eersteen onderzoek gedaan te worden vanwaar al dit vocht komt. Ook in de muren loopt het restvocht tot boven de 3%. Om hier iets degelijks van te kunnen maken dienen alle dekvloeren verwijdert te worden en dient er een volledige opbouw gedaan te worden inclusief vochtkering zodat er geen optrekkend vocht meer in aanraking kan komen met de te plaatsen parketvloer. (…)”(onderstreping:
hof). Gesteld noch gebleken is dat deze brief ook door [X] Parketvloeren aan [geïntimeerden] is verstrekt. Wel heeft [X] Parketvloeren onderbouwd aangevoerd dat zij [geïntimeerden] er in een aantal gesprekken op heeft gewezen dat zij de muren dienden te (laten) behandelen. [X] Parketvloeren heeft in dit kader een tweetal verklaringen overgelegd. [persoon A] heeft in dit kader verklaard dat:
“Er is toen duidelijk gesproken over de nog verrichte werkzaamheden die [geïntimeerde 2] in hun huis moest doen voordat de vloer gelegd kon worden. Het ging zich voornamelijk om de binnen en de buiten muren die zij moesten laten behandelen voor eventueel optrekkend vocht. [X] Parket heeft meermaals [geïntimeerde 2] erop geattendeerd dat hij deze werkzaamheden moest laten uitvoeren om problemen van eventueel optrekkend vocht te voorkomen (…)”.[persoon B] heeft verklaard: “(…)
Ook is erop gewezen dat zowel de muur naar de gang als de buitenmuur voor mij een verhoogd vochtgehalte aangaven. Hier heb ik aangeraden om een expert van muurvocht te raadplegen omdat dit niet ons vakgebied is. Bij een volgend bezoek is dan ook gevraagd wat het resultaat was en volgens de uitleg die ik toen kreeg is er een expert geweest maar die bevestigde hun dat er wel een minimaal verhoogd vocht was in de muur maar dit was niet zo erg dat er wat aan gedaan moest worden (…)”. [geïntimeerden] hebben niet, dan wel onvoldoende betwist dat zij er door [X] Parketvloeren op zijn gewezen dat zij de binnen en buitenmuren moesten laten behandelen voor optrekkend vocht. [geïntimeerden] hebben de bij memorie van grieven door [X] Parketvloeren overgelegde verklaringen van [persoon A] en [persoon B] bij hun memorie van antwoord niet (inhoudelijk gemotiveerd) bestreden, [geïntimeerden] hebben deze slechts in algemene bewoordingen betwist. Naar het oordeel van het hof heeft [X] Parketvloeren ten tijde van het aangaan van de overeenkomst voldoende aan de op haar rustende waarschuwingsplicht voldaan.