Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- [appellante] – via een telefonische Skype-verbinding –, bijgestaan door mr. Roos en
- [functionaris gegevensbescherming] , functionaris gegevensbescherming, en [teammanager] , teammanager, namens Veilig Thuis, bijgestaan door mr. Aerts.
2.De beoordeling
- [appellante] is de moeder van [minderjarige] – thans elf jaar oud – en zij heeft het gezag over haar.
- Op 7 en 13 mei 2019 heeft Veilig Thuis een melding ontvangen van de school van [minderjarige] en van de leerplichtambtenaar in verband met schoolverzuim van [minderjarige] . Veilig Thuis heeft onderzoek gedaan naar aanleiding van deze meldingen.
- Nadat de voornoemde meldingen waren afgesloten door Veilig Thuis heeft Veilig Thuis per e-mail van 7 september 2020 aan [appellante] onder meer bericht:
- Bij brief van 4 december 2021, verzonden per e-mail aan mr. [betrokkene 1] , heeft Veilig Thuis het verzoek afgewezen.
- Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 januari 2021, heeft [appellante] om gegevenswissing en rectificatie verzocht.
- In de beschikking van 21 april 2021 (ECLI:NL:RBZWB:2021:1970) heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant ten aanzien van het verzoek tot het verwijderen van gegevens geconcludeerd dat anders dan [appellante] aanvoert, zij voor het bepaalde in artikel 5.3.5 lid 3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo) niet kan worden vereenzelvigd met haar dochter [minderjarige] met als gevolg dat Veilig Thuis mag toetsen of het aanmerkelijke belang van [minderjarige] vergt dat zij de gegevens bewaart (artikel 5.3.5 lid 2 Wmo).
“als de veiligheid opnieuw in het ding komt of blijft bestaan”in de e-mail van
“ander dan de verzoeker”en niet over een
“ander dan de betrokkene”.Vergelijk artikel 5.3.2 lid 3 Wmo op grond waarvan, indien de betrokkene jonger is dan zestien jaren, aan de wettelijke vertegenwoordiger inlichtingen dan wel inzage in of afschrift van de bescheiden worden verstrekt, tenzij het belang van de betrokkene zich daartegen verzet.
Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat die heffing kosten doet ontstaan naast de kosten voor de voorziening in rechte.”
In het bijzonder mag voorafgaande uitputting van de beschikbare administratieve beroepswegen de instelling van beroep in rechte niet in aanzienlijke mate vertragen, moet de verjaring van de betrokken rechten erdoor worden geschorst en mogen er geen buitensporig hoge kosten [vet, GHSHE] aan verbonden zijn.”
een doeltreffende voorzieningin rechte in te stellen indien hij van mening is dat zijn rechten op grond van de AVG zijn geschonden.
Adpublisher AG, in welke procedure ook is ingesproken respectievelijk opmerkingen zijn gemaakt door EU-lidstaten Oostenrijk en Ierland alsmede door de Europese Commissie
.
the liability of the data subject to be ordered to pay costs.
Facebook Ireland and Schrems, C-311/18, EU:C:2020:559, paragraph 111).
no other provision of the GDPR specifically addresses a legal costs scheme. In particular, costs are not regulated in relation to proceedings under Article 78(1) of the GDPR. The Court notes that Article 58(4) and Article 78 of the GDPR give expression to the right to an effective judicial remedy.Under the principle of procedural autonomy, the implementation of the judicial remedy is left to the national legal order, provided
that principles of equivalence and effectivenessare respected.
and the exercise of rights conferred by EEA law would be rendered excessively difficult, in breach of those provisions of the GDPR.
Consequently, they must, as far as possible, apply the methods of interpretation recognised by national law in order to achieve the result sought by the relevant rule of EEA law(see Case E-25/13
Gunnar Engilbertssonv
Íslandsbanki hf.[2014] EFTA Ct. Rep. 524, paragraph 159 and case law cited).
the data subject may not be made responsible for any costs incurred in relation to those proceedings.”
Kortom er wordt hier in feite een overheidstaak vervuld (evident in het algemeen belang) die toevallig door een stichting wordt uitgevoerd, zonder dat degenen die daar vervolgens mee te maken krijgen daar iets in te kiezen hebben. De betreffende gemeente is ook verantwoordelijk voor de kosten en kan dus voorzien in een begrotingspost ter dekking van kosten van procedures (of aanname van een eigen jurist).