Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
Is de vergoeding voor de kosten van het bezwaar terecht op € 261 vastgesteld?
Heeft belanghebbende recht op een vergoeding voor kosten van rechtskundige bijstand voor het beroep in eerste aanleg?
Is de belastingrente tot het juiste bedrag in rekening gebracht?
ontbreken juridische grondslag (rente over de periode 1 oktober 2020 tot en met 20 oktober 2020)
Is sprake van aantasting van het in artikel 1 EP neergelegde eigendomsrecht?
eventuelestrijdigheid van het systeem van berekenen van belastingrente met artikel 1 EP. Het hof begrijpt deze overweging zo dat de Hoge Raad niet toekomt aan de beoordeling of in strijd is gekomen met artikel 1 EP omdat het mogelijke geldelijke voordeel hiervan voor belanghebbende al door hem is genoten doordat over een te korte periode belastingrente is berekend.
heeft het kabinet echter ook aangegeven dat afhankelijk van de ontwikkelingen rondom de COVID-19-crisis noodzakelijke en passende (fiscale) vervolgmaatregelen zullen worden getroffen indien de situatie daartoe noopt. Om enige mate van flexibiliteit te bewaren ten aanzien van het moment waarop de rentepercentages worden verhoogd, wordt voorgesteld te bepalen dat de vaststelling van de rentepercentages vanaf een bij koninklijk besluit te bepalen moment bij algemene maatregel van bestuur plaatsvindt. Vanaf dat moment worden de voor de belastingrente geldende percentages dus niet langer in de AWR opgenomen, maar in een algemene maatregel van bestuur.”
Heeft belanghebbende recht op een vergoeding voor kosten van rechtskundige bijstand voor het beroep in eerste aanleg ?
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het beroep tegen de uitspraak op bezwaar IB/PVV 2015 gegrond, maar uitsluitend ten aanzien van de toegekende vergoeding voor de kosten van bezwaar;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar IB/PVV 2015 uitsluitend ten aanzien van de toegekende vergoeding voor de kosten van bezwaar;
- verklaart het beroep tegen de uitspraak op bezwaar Zvw 2016 en de beschikking belastingrente ongegrond;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het beroep bij de rechtbank en het hoger beroep bij het hof van, in totaal, € 184 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het bezwaar IB/PVV 2015 van € 647;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank en het hof van € 2.721;
- bepaalt dat, voor zover de in hoger beroep toegekende (proces)kostenvergoeding en de vergoeding van griffierecht niet tijdig wordt betaald, de wettelijke rente daarover is gaan lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).