Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
Uit de jaaropgaven 2018 en 2019 van SVB blijkt dat aan belanghebbende in 2018 een uitkering van € 10.343 is uitgekeerd en in 2019 een uitkering van € 10.683, en dat daarop zowel in 2018 als in 2019 geen loonheffing is ingehouden.
Stukken waaruit blijkt dat wel, of een hoger bedrag aan loonheffing is ingehouden, heeft belanghebbende niet overgelegd. Niet ingehouden loonheffing kan niet worden verrekend met de te betalen inkomstenbelasting. [3] Tot slot heeft belanghebbende met betrekking tot de in rekening gebrachte belastingrente niet toegelicht waarom en in hoeverre de door de inspecteur berekende bedragen onjuist zouden zijn vastgesteld (in 2018 € 80 en in 2019 € 47).
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).