ECLI:NL:GHSHE:2025:2090

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 mei 2025
Publicatiedatum
28 juli 2025
Zaaknummer
20-002467-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake voorwerpen voorhanden hebben bestemd voor hennepteelt

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1958, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van voorwerpen die bestemd waren voor het plegen van strafbare feiten onder de Opiumwet. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand. De verdachte had eerder al te maken gehad met de autoriteiten vanwege soortgelijke overtredingen, waaronder een eerdere sluiting van zijn winkel. Tijdens een bestuurlijke controle op 2 december 2022 werden in zijn winkel diverse goederen aangetroffen die gebruikt worden voor hennepteelt, zoals assimilatielampen, potgrond en andere kweekmaterialen. Het hof oordeelde dat de verdachte wist of ernstige reden had om te vermoeden dat deze voorwerpen bestemd waren voor de illegale hennepteelt. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en bevestigde de veroordeling, waarbij het de strafmaat handhaafde. De verdachte werd ook veroordeeld tot de verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002467-24
Uitspraak : 7 mei 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 16 september 2024, in de strafzaak met parketnummer 02-030226-23 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1958,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter de verdachte ter zake van ‘voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten’ veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis. Voorts heeft de politierechter een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de politierechter een beslissing genomen op het beslag.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep integraal zal bevestigen, waaronder de opgelegde straf en de beslissing omtrent beslag.
De raadsman van de verdachte heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair een straftoemetingsverweer gevoerd. De raadsman heeft tevens verzocht om de inbeslaggenomen voorwerpen te retourneren aan de verdachte.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 2 december 2022 te Breda, althans in Nederland, stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, te weten:
een of meerdere kunstlicht(en)/kweeklamp(en) en/of omvormer(s), waaronder onder andere:
68, althans een of meerdere assimilatielamp(en) en/of
30, althans een of meerdere omvormers voor assimilatielampen en/of
een of meerdere goederen ten behoeve van de bevloeiing van de (hennep)planten, waaronder onder andere:
112, althans een of meerdere water-, beluchting- en dompelpomp(en) en/of
een of meerdere goederen ten behoeve van luchtbehandeling (en/of geurbestrijding), waaronder onder andere: een of meerdere luchtkabel(s) en/of
4, althans een of meerdere ventilator(en) en/of
een of meerdere goederen ten behoeve van regulering klimaat en/of belichting, waaronder onder andere:
4, althans een of meerdere elektrische kachel(s) en/of
30, althans een of meerdere temperatuurventilatieregelaar(s) en/of
een of meerdere tijdschakelaars en/of
een of meerdere schakelkasten en/of
een of meerdere soorten aarde en/of potgrond en/of steenwol, waaronder onder andere:
een of meerdere pallet(s) met zakken/verpakkingen potgrond en/of
12, althans een of meerdere doos/dozen steenwol en/of
10, althans een of meerdere zak(ken) compost en/of
8116, althans een of meerdere stekbakje(s) en/of kweekpot(ten)
bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet, te weten:
het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of te koop aangeboden en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die stoffen en/of voorwerpen bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op of omstreeks 2 december 2022 te Breda, althans in Nederland, voorwerpen voorhanden heeft gehad, te weten:
een of meerdere kunstlicht(en)/kweeklamp(en) en/of omvormer(s), waaronder onder andere:
68, althans een of meerdere assimilatielamp(en) en/of
30, althans een of meerdere omvormers voor assimilatielampen en/of
een of meerdere goederen ten behoeve van de bevloeiing van de (hennep)planten, waaronder onder andere:
112, althans een of meerdere water-, beluchting- en dompelpomp(en) en/of
een of meerdere goederen ten behoeve van luchtbehandeling (en/of geurbestrijding), waaronder onder andere: een of meerdere luchtkabel(s) en/of
4, althans een of meerdere ventilator(en) en/of
een of meerdere goederen ten behoeve van regulering klimaat en/of belichting, waaronder onder andere:
4, althans een of meerdere elektrische kachel(s) en/of
30, althans een of meerdere temperatuurventilatieregelaar(s) en/of
een of meerdere tijdschakelaars en/of
een of meerdere schakelkasten en/of
een of meerdere soorten aarde en/of potgrond en/of steenwol, waaronder onder andere:
een of meerdere pallet(s) met zakken/verpakkingen potgrond en/of
12, althans een of meerdere doos/dozen steenwol en/of
10, althans een of meerdere zak(ken) compost en/of
8116, althans een of meerdere stekbakje(s) en/of kweekpot(ten)
bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet, te weten:
het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, en/of het binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen en/of het telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die stoffen en/of voorwerpen bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het proces-verbaal van de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant, opgesteld door verbalisant [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, registratienummer PL2000-2022321061, gesloten d.d. 8 december 2022, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 45. Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 december 2022 (dossierpagina’s 8-10), voor zover, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op vrijdag 2 december 2022, omstreeks 12.30 uur, waren collega [verbalisant 3] en ik, verbalisant [verbalisant 2] , belast met een bestuurlijke controle aan [adres 2] . Als sterke arm cq. ter ondersteuning van een ondermijningboa van de gemeente Breda voerden wij een nacontrole uit bij dit pand. Het pand aan [adres 2] betreft een bloemist , genaamd " [bedrijf] ". De eigenaar van dit bedrijf betreft de heer [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1958 te [geboorteplaats] .
De reden van de deze bestuurlijke controle betrof een nacontrole nadat er op 23 juni 2020 meerdere goederen werden aangetroffen waarvoor de eigenaar, de heer [verdachte] , later is ontboden als verdachte. De heer [verdachte] werd verdachte van artikel 11a Opiumwet. Als gevolg van de aangetroffen goederen heeft de gemeente Breda besloten om het bedrijfspand aan [adres 2] te sluiten voor de duur van 6 maanden. Van 9 april 2021 t/m 7 november 2021 is het pand gesloten.
Bestuurlijke controle 2 december 2022
Op vrijdag 2 december 2022, omstreeks 12.30 uur, voerde collega [verbalisant 3] en ik, in samenwerking met een ondermijningsboa van de gemeente Breda de bestuurlijke controle
uit. Deze controle werd aangekondigd door de ondermijningsboa van de gemeente Breda.
Aangetroffen goederen
Vervolgens maakte wij een rondje door het bedrijfspand waarbij wij werden vergezeld door de heer [verdachte] . Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat er door het gehele pand meerdere goederen lagen die mij ambtshalve bekend zijn als goederen die gebruikt worden bij de aanleg van een hennepkwekerij. De volgende goederen zag ik, verspreid door het bedrijfspand liggen:
- voedingsstoffen voor de groei van (hennep)planten,
- assimilatiekappen,
- droogrekken,
- plastic bakken voor het plaatsen van hennepstekken,
- strijkzakken voor de verpakking van hennep,
- buizen voor de aanleg van de afzuiging voor een hennepkwekerij,
- steenwol voor de verpakking van hennepstekken,
- meer dan 100 zakken potgrond.
Door de aangetroffen goederen had ik, verbalisant [verbalisant 2] , een vermoeden dat er mogelijk sprake was van verdenkingen als genoemd in artikel 11a Opiumwet. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , deelde [verdachte] mede dat hij niet tot antwoorden verplicht was en recht had op een advocaat. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij dit begreep. Vervolgens belde ik, verbalisant [verbalisant 2] , met collega [verbalisant 4] die op ons basisteam gespecialiseerd is op het gebied van hennep. Tijdens het wachten op collega [verbalisant 4] sprak ik met de heer [verdachte] . Ik vroeg aan [verdachte] wie de mannen waren die zich in zijn bedrijfspand bevonden. Ik hoorde dat [verdachte] dat hij geen idee had. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat er zich verspreid door het bedrijfspand meerdere afgesloten dozen bevonden. Een aantal van deze dichte dozen betroffen bruine kartonnendozen. Ook bevonden er zich meerdere dichte dozen die verpakt waren als kerstpakket. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , vroeg aan [verdachte] wat er zich in de dozen beyond. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij dit niet wilde zeggen. Ik hoorde dat de ondermijningsboa had gezien dat er zich ook alcoholhoudende drank in het bedrijfspand beyond. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , vroeg aan [verdachte] of er zich mogelijk alcohol in de kerstpakketten bevond. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat dit niet het geval was en dat hij deze pakketten wel wilde openen. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , liep samen met [verdachte] naar de kerstpakketten. Ik zag dat [verdachte] een kerstpakket opende. Ik zag dat er zich 4 omvormers in het kerstpakket zaten. Ik zag dat er zich meerdere kerstpakketten in het bedrijfspand bevonden.
Doorzoeking bedrijfspand [bedrijf] , [adres 2]
Op vrijdag 2 december 2022, 14.13 uur, belde ik, verbalisant [verbalisant 2] , met Officier
van Justitie [OvJ] met de vraag om toestemming voor een doorzoeking aan het bedrijfspand, genaamd [bedrijf] aan [adres 2] . Ik, verbalisant [verbalisant 2] , hoorde dat [OvJ] toestemming gaf voor de doorzoeking van het bedrijfspand en vernietiging van de aangetroffen goederen.
Op vrijdag 2 december 2022, om 14.13 uur werd er door collega's [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en ik,
verbalisant [verbalisant 2] , gestart met een doorzoeking van het bedrijfspand. Ik, verbalisant
[verbalisant 2] , hoorde dat er behalve de aangetroffen goederen ook nog meerdere slakkenhuizen, koolstoffilters en assimilatielampen werden aangetroffen.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 december 2022 (dossierpagina’s 11-12), voor zover, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op vrijdag 02 december 2022 was ik verbalisant [verbalisant 3] samen met politieambtenaar [verbalisant 2] belast met de ondersteuning van een bestuurlijke controle met de gemeente Breda bij de bloemist [bedrijf] , gevestigd op [adres 2] . Wij waren in politie uniform gekleed en reden in een herkenbaar politiedienstvoertuig.
Op vrijdag 02 december 2022 omstreeks 12.30 uur kwamen wij samen met de ondermijningsboa's aan op [adres 2] .
Spraken hier met de eigenaar [verdachte] , geboren [geboortedag] 1958. Door de ondermijningsboa werd uitgelegd wat de reden van onze komst was, een nacontrole naar aanleiding van de controle van vorig jaar waar meerdere hennep gerelateerde goederen waren aangetroffen. Het pand is toen enkele maanden bestuurlijk gesloten. Bij de controle troffen wij, bij het zoekend rondkijken, onder andere assimilatielampen, droogrekken, strijkzakken, grote hoeveelheden potgrond en assimilatielampenkappen. Op vrijdag 02 december 2022 om 14.13 uur werd de doorzoeking gestart.
Per ruimte zijn de volgende goederen aangetroffen:
Toonbank in de winkel:
- veel verpakkingen groeimiddelen,
- veel verpakkingen bestrijdingsmiddelen,
- drukspuit,
- grote hoeveelheden strijkzakken onder de toonbank,
- ongedierte plak-strips.
Winkel 1e verdieping:
- 2 elektrische verwarmingen,
- 4 ventilatoren,
- stekpotten/bloempotten,
- 2 afzuigbuizen (zwart van kleur).
Winkel verdieping -1:
- 2 heaters,
- 13 opzetstukken voor gas/ademluchtmaskers,
- zwart grondzeil,
- grote hoeveelheid (kiloformaat) gripzakken,
- luchtkabels,
- bevestigingsringen voor luchtbuizen in verschillende maten,
- gaas ten behoeve van de groeiweg,
- 5 sporttassen/shoppers,
- waterslangen,
- lange afzuigbuis,
- verlengsnoeren,
- ongeveer 10 compostzakken,
- middelen voor bevordering groei.
Verborgen ruimte achter spiegel in winkel verdieping -1:
- grondzeil,
- grote hoeveelheid stroomkabels,
- aansluitingen voor omvormers voor de assimilatielampen,
- 2 luchtbuizen.
Verborgen ruimte achter stellingkast in winkel verdieping -1:
- 7 assimilatielampen,
- doos met droognetten,
- grote hoeveelheid strijkzakken,
- zwart zeil,
- verbindingsringen in verschillende maten voor luchtbuizen.
Kantoor:
- temperatuurschakelaars,
- tijdschakelaars,
- schakelkasten.
Opslagruimte begane grond:
- grote hoeveelheid bloempotten,
- rubberen slang.
Opslagruimte begane grond +1:
- pallets vol potgrond,
- afzuigbuis,
- koppelstukken danwel bevestigingsstukken voor afzuigbuizen
- 2 koolstoffilters,
- 5 slakkenhuizen,
- ongeveer +- 30 omvormers voor assimilatielampen verpakt in kerstdozen,
- grote hoeveelheid stekbakken,
- verschillende maten van kappen voor assimilatielampen,
- ongeveer 68 assimilatielampen,
- 3 opvallend grote assimilatielampen met bijpassende omvormers,
- lamphangers,
- 12 grote dozen vol steenwol voor stekken - zowel voor zaadjes als stekken,
- 2 zakken hydrocultuur,
- opgerold tapijt in plastic verpakking,
- gaas voor de groeilijn.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 december 2022 (dossierpagina’s 13-14), voor zover, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Naar aanleiding van de aanhouding van de, later volledig te noemen, verdachte [verdachte] , heb ik, verbalisant, gezocht in de mij ter beschikking staande politiesystemen of de verdachte al eerder met de politie in aanraking is geweest.
Ik, verbalisant, zag het volgende:
GBA
---
Identiteit : [verdachte]
Geboren : [geboortedag] 1958 (64) te [geboorteplaats] (Nederland)
BLUESPOT
---
Categorie Totaal Laatste 12 maanden Laatste 60 maanden
Vermogen 6 0 0
Opiumwet 8 0 2
Op 23 juni 2020 is een controle uitgevoerd op het adres [adres 2] . In de bloemenwinkel , welke daar gevestigd is, werden diverse goederen aangetroffen welke gebruikt worden bij hennepkwekerijen.
De goederen zijn in beslag genomen en verdachte [verdachte] is hiervoor aangehouden en
gehoord.
Door de gemeente is een bestuurlijke maatregel op de winkel gezet waardoor deze, voor de tijd van een half jaar, van 9 april 2021 tot en met 7 november 2021, gesloten werd.
Op 15 juni 2021 is op de [adres 3] te Breda een garagebox gecontroleerd welke gehuurd werd door verdachte [verdachte] . In de garagebox werden diverse goederen aangetroffen welke gebruikt worden bij hennepkwekerijen en drogerijen.
De goederen zijn in beslag genomen en verdachte [verdachte] is hiervoor aangehouden.
Beide zaken zijn aangeboden bij het openbaar ministerie te Breda en Verdachte [verdachte] is hiervoor veroordeeld.
Verdachte [verdachte] heeft hiertegen bezwaar aangetekend.
Op 02-12-2022 is wederom een controle uitgevoerd in de winkel van verdachte
[verdachte] op het adres [adres 2] . Wederom werden er hennep gerelateerde goederen aangetroffen. Op diverse plekken in de winkel zijn de goederen aangetroffen. Achter een spiegel en een stelling kast zijn onder andere assimilatielampen en droognetten aangetroffen.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 december 2022 (dossierpagina’s 41-45), voor zover, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op vrijdag 2 december 2022 was ik, verbalisant [verbalisant 4] , tevens taakaccenthouder
hennep, werkzaam voor eenheid Zeeland-West-Brabant, district De Baronie, basisteam
Weerijs. Collega [verbalisant 2] vroeg mij ter plaatse aan [adres 2] , daar waar
hij te samen met collega [verbalisant 3] en een ondermijningsboa van de gemeente Breda goederen
had aangetroffen welke gebruikt konden worden bij het telen van hennep. Ter plaatse
werd mijn komst gewenst gezien de expertise die ik geniet aangaande hennepzaken.
Omstreeks 15.00 uur kwam ik ter plaatse aan [adres 2] . Te samen met de ondermijningsboa en de politiecollega's liep ik een ronde door het pand.
Ik zag dat winkel bestond uit verschillende verdiepingen derhalve zullen de aanwezige
goederen per ruimte beschreven worden in dit proces-verbaal van bevindingen.
Ik zag dat er in de winkel de volgende artikelen aanwezig waren:
Toonbank in de winkel:
- grote hoeveelheid groeimiddelen,
- grote hoeveelheid bestrijdingsmiddelen,
- drukspuiten,
- grote hoeveelheden strijkzakken onder de toonbank,
- ongedierte plak-strips.
Winkel 1e verdieping:
- elektrische verwarmingen,
- ventilatoren,
- stekpotten/bloempotten,
- afzuigbuizen (zwart van kleur).
Winkel verdieping -1:
- heaters,
- opzetstukken voor gas/ademluchtmaskers,
- zwart grondzeil,
- grote hoeveelheid (kiloformaat) gripzakken,
- luchtkabels,
- bevestigingsringen voor luchtbuizen in verschillende maten,
- gaas ten behoeve van de groeiweg,
- sporttassen/shoppers,
- waterslangen,
- lange afzuigbuis,
- verlengsnoeren,
- compostzakken,
- middelen voor bevordering groei.
Verborgen ruimte achter spiegel in winkel verdieping -1:
- grondzeil,
- grote hoeveelheid stroomkabels,
- aansluitingen voor omvormers voor de assimilatielampen,
- luchtbuizen.
Verborgen ruimte achter stellingkast in winkel verdieping -1:
- assimilatielampen,
- doos met droognetten,
- grote hoeveelheid strijkzakken,
- zwart zeil,
- verbindingsringen in verschillende maten voor luchtbuizen.
Kantoor:
- temperatuurschakelaars,
- tijdschakelaars,
- schakelkasten.
Opslagruimte begane grond:
- grote hoeveelheid bloempotten,
- rubberen slang.
Opslagruimte begane grond +1:
- pallets vol potgrond,
- afzuigbuis,
- koppelstukken danwel bevestigingsstukken voor afzuigbuizen
- koolstoffilters,
- slakkenhuizen,
- omvormers voor assimilatielampen verpakt in kerstdozen,
- grote hoeveelheid stekbakken,
- verschillende maten van kappen voor assimilatielampen,
- ongeveer 68 assimilatielampen,
- opvallend grote assimilatielampen met bijpassende omvormers,
- lamphangers,
- grote dozen vol steenwol voor stekken - zowel voor zaadjes als stekken,
- zakken hydrocultuur,
- opgerold tapijt in plastic verpakking,
- gaas voor de groeilijn.
Wat mij opviel tijdens de ronde in het pand was dat er in het gedeelte wat toegankelijke was voor bezoekers er voornamelijk houten beelden en tuinmeubels geëtaleerd stonden. Daarnaast werden er enkele planten/bloemen aangeboden en werden er wat tuinbenodigdheden zoals tuinverlichting of sproei installaties aangeboden. Vrijwel alle bovenstaande goederen lagen verspreid op een niet toegankelijke c.q. onlogische plaats voor bezoekende klanten. Waarvan het over grote deel in afgesloten ruimtes lag welke niet bereikbaar waren voor winkelend publiek.
Ieder goed op zich duidt niet op het feit dat er gefaciliteerd werd in de aanleg van een hennepkwekerij. De totale aanwezigheid van alle goederen daar in tegen zeer zeker wel. Waardoor ik de heer [verdachte] aanmerkte als zijnde verdachte van Artikel 11A
Opiumwet. De onderbouwing hiervoor is als volgt:
Groeimiddelen:
Ambtshalve is mij bekend dat er bij het kweken/telen van hennep groeimiddelen worden
gebruikt. Dit om de bloei van de plant te bevorderen. Uiteindelijk resulteert dit in het feit dat de bloem, lees de toppen van een hennepplant, zich eerder en sneller ontwikkelen waardoor deze groter van formaat worden. Het groeimiddel word derhalve veelal gebruikt om meer winst te genereren. Er werden grote hoeveelheden groeimiddelen aangetroffen achter de toonbank van de winkel. De groeimiddelen stonden geëtaleerd achter de toonbank.
Strijkzakken:
Strijkzakken worden veelal gebruikt om het eindproduct, te weten de henneptoppen, zo compact, luchtdicht en geurvrij mogelijk te verpakken. Daarbij is het van belang dat het product zo lang mogelijk kan worden bewaard. Hiervoor is het van belang dat er zo min mogelijk lucht bij het product komt. Strijkzakken zijn dusdanig ontwikkeld dat deze vacuum kunnen worden gezogen en vervolgen dicht gestreken kunnen worden. Hierdoor zijn deze zakken ideaal voor het verpakken van hennep en is het mij ambtshalve bekend dat deze strijkzakken dan ook vaak worden gebruikt bij het verpakken van hennep.
Verwarmingsmaterialen/ventilatoren:
Elke kwekerij dient op tempratuur gehouden te worden. Dit gebeurd vrijwel nooit middels het normale verwarmingssysteem van een woning. Hiervoor worden vaak losse elektrische verwarmingen dan wel heaters gebruikt. hiermee is de tempratuur sneller en gemakkelijker te reguleren. Daarnaast tref ik in iedere kwekerij ventilatoren aan. De ventilatoren worden gebruikt om de warmte gelijkmatig te verdelen over de kweekruimte en daarnaast dienen zij ervoor om ongedierte door middel van wind te verdrijven van de plant. In iedere kwekerij waar ik tijdens mijn werk bij uit ben gekomen tref ik dan ook verwarmingen/heaters en ventilatoren aan. Zowel de verwarmingsmaterialen en de ventilatoren werden te koop aangeboden in het gedeelte van de winkel welke wel toegankelijke was voor bezoekers.
(Stek)potten:
Stekpotten worden gebruikt in de groeifase van de plant. Als de kleine stekken zijn gegroeid worden deze overgeplaatst in grotere potten. Tijdens de kweek van hennep word er dus altijd gebruik gemaakt van twee soorten potten, te weten klein en groot. Het type/soort bloempotten welke werden aangetroffen in de winkel worden veelal aangetroffen in hennepkwekerijen. In de winkel werden grote hoeveelheden van beide soorten potten aangetroffen.
Afzuigbuizen:
In een hennepkwekerij word er gebruik gemaakt van een ventilatie systeem aangedreven door een slakkenhuis. Dit om de kwekerij van bruikbare lucht te voorzien. Veelal gaat dit gepaard met het gebruik van koolstoffilters om de geur van de hennepplant weg te nemen. In de winkel werden er meerderen ventilatiebuizen aangetroffen van diverse vormen en maten.
Opzetstukken ademlucht:
Met enige regelmaat tref ik maskers met ademlucht aan in een hennepkwekerij. De reden hiervoor is dat er tijdens het kweken van hennep gebruik word gemaakt van, soms giftige, bestrijdingsmiddelen. Om te voorkomen dat deze giftige dampen ingeademd worden er maskers gedragen in de kweekruimte.
Gaas ten behoeve van de groeiweg:
In een hennepkwekerij worden vaak zo veel mogelijk planten geplaatst als mogelijk. Dit is afhankelijk van de ruimte waar er gekweekt wordt. De potten van de planten worden vaak dicht tegen elkaar aangezet. Hierdoor ontstaat de kans dat de planten tegen elkaar aan groeien. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen word er vaak gaas over de potten getrokken waarmee de groeiweg kan gereguleerd worden. Ter voorkoming dat de kweek verloren gaat. In de winkel werden meerdere dozen aangetroffen met gaas.
Sporttassen / shoppers:
Wanneer een hennepkwekerij geoogst is moet het product vervoert worden naar andere locaties/afnemers. Het product word vaak vervoert in grote sporttassen of shoppers zodat er voor omstanders niet te zien is wat er vervoert word. In de winkel werden er sporttassen aangetroffen. Sommige daarvan zaten nog nieuw in de verpakking. De eigenaar, tevens verdachte, kon geen verklaring afleggen voor de aanwezigheid van de sporttassen in een tuinwinkel.
Grondzeil:
In iedere kwekerij word de vloer voorzien van zeil. Dit is ter voorkoming van eventuele waterschade en daarbij de kans dat de kwekerij ontdekt zal worden. De hennepplanten moeten namelijk voorzien worden van water. Dit kan op verschillende manier worden verricht, bijvoorbeeld dat de vloer onder water word gezet. De potten van de planten zullen dan voorzien zijn van gaten waardoor de plant het water op kan nemen. In de winkel werden er verschillende rollen grondzeil aangetroffen.
Assimilatielampen / Assimilatielampenkappen:
Bij het telen van hennep is het van belang dat de planten tijdig worden voorzien van goed en voldoen licht. Hierbij wordt er ten alle tijden gebruik gemaakt van assimilatielampen welke verschillen 600 tot 900 watt. Deze lampen zijn geschikt omdat de lampen zorgen voor het juiste licht en daarnaast warmte uitstralen. De lampen worden gebruikt in combinatie met lampenkappen. Deze lampenkappen zijn vaak van aluminium. Dit zodat het licht word weerkaatst op de planten. Zowel de lampen als de lampenkappen werden, verspreid in de winkel, aangetroffen. De lampen lagen opgeborgen in het magazijn. Een deel van de lampenkappen werd aangetroffen in een van de verborgen ruimtes en het andere deel eveneens in het magazijn aan de achterzijde winkel.
Omvormers voor assimilatielampen:
De assimilatielampen worden van stroom voorzien middels een omvormer. Deze omvormers werden in de winkel aangetroffen in kerstpakketdozen. Dit was niet de originele
verpakking. Waarom de omvormers in kerstpakketten zaten verpakt kon de verdachte niet
uitleggen.
Lamphangers:
De lampen worden in een hennepkwekerij altijd op een dusdanige wijze opgehangen dat zij in hoogte verstelbaar zijn. Dit word gedaan omdat de planten gedurende de kweek nog groeien. Het is van belang dat er ten alle tijden voldoende afstand is tussen de lampen en de plant. Derhalve worden deze dusdanig bevestigd dat dit aangepast kan worden. De op hoogte verstelbare lampenhangers werden eveneens in de winkel aangetroffen.
Tijdschakelaars / Schakelkasten / Tempratuurschakelaars:
Bij het telen van hennep is het zoals eerder vermeldt van belang dat de planten tijdig van licht worden voorzien. Er is altijd spraken van een patroon waarbij het een X aantal uren donker dient te zijn om vervolgens de planten te voorzien van licht. Om niet iedere keer de verlichting handmatig te hoeven reguleren word er vaak gemaakt van tijdschakelaars. Hierdoor word de verlichting automatisch gereguleerd. In het kantoor, niet toegankelijk voor bezoekers, werden er verschillende tijdschakelaars, tempratuurregelaars en een schakelkast aangetroffen.
Potgrond:
De hennepplanten worden vaak gekweekt in verrijkte potgrond. Dit om de groei zoveel mogelijk te stimuleren. In de opslagruimte +1 werden er pallets vol potgrond aangetroffen.
Koolstoffilters:
Zoals eerder benoemd worden er vrijwel altijd koolstoffilters gebruikt bij het telen van hennep. De koolstoffilters hebben als functie de geur weg te nemen in een kwekerij. Hiermee word voorkomen dat buurtbewoners overlast ervaren van een hennepgeur. In de winkel werden twee, nieuw in dozen, koolstoffilters aangetroffen.
Slakkenhuizenn/Ventilatiesystemen:
Omdat een hennepkwekerij voorzien dient te worden van verse/schone lucht worden er altijd ventilatiesystemen aangelegd. Om de lucht te circuleren word er gebruikt gemaakt van zo gehete slakkenhuizen. Deze slakkenhuizen zijn als ware de motor van het ventilatiesysteem en daarom essentieel in een hennepkwekerij. In de opslag van het bedrijf werden er meerdere slakkenhuizen aangetroffen.
SAMENVATTING:
Zoals eerder aangegeven is ieder product/goed opzicht niet strafbaar gesteld. De totale aanwezigheid van alle aangetroffen goederen maakt dat er een vrijwel completen hennepkwekerij (en) werd aangeboden in de bloemen/meubelwinkel. Het bedrijf doet zich
overkomen als een zaak die huis/tuin/keuken planten c.q. meubelen aanbied. Dit terwijl en goederen worden aangetroffen welke een normaal huishouden niet in zijn woning of tuin aanwezig heeft. Daarbij komt dat er vele producten op locaties lagen verstopt/opgeslagen welke niet toegankelijk waren voor winkelt publiek. Dit alles te samen maakt het zeer aannemelijk dat er spraken is van het faciliteren van hennepkwekerijen, strafbaar gesteld onder artikel 11A van de Opiumwet.
De hoeveelheid aangetroffen goederen was zo gevarieerd dat er niet vast te stellen was om hoeveel kwekerijen het daadwerkelijk ging. Dit is namelijk afhankelijk van hoe groot een hennepkwekerij is / moet worden. Wel is het aannemelijk dat het ging om meer dan één kwekerij.
Bewijsoverwegingen
I.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
II.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit bewezen verklaard kan worden. Volgens de advocaat-generaal heeft de Hoge Raad al meerdere keren geoordeeld over de vereisten voor een veroordeling in dit soort zaken, waaronder in een recente conclusie van advocaat-generaal bij de Hoge Raad, de heer mr. Aben. [1]
De advocaat-generaal stelt dat in de jurisprudentie van de Hoge Raad wordt geconcludeerd dat het bij de beoordeling van dit soort zaken draait om de professionaliteit en de totaliteit van de voorwerpen die worden aangeboden. Wanneer er sprake is van dit soort indicatoren, kan de rechter uitgaan van het faciliteren van beroepsmatige hennepteelt. In deze zaak is dit aan de orde. De verdachte was op de hoogte van het feit dat hij deze samenstel van voorwerpen niet voorhanden mocht hebben. De verdachte werd hiervoor namelijk al vervolgd ten tijde van de controle en er zou een bewustwordingsbrief zijn verstuurd aan de verdachte. De verdachte had voorwerpen voorhanden die een hobbykweker niet nodig zal hebben. Daarnaast blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen op pagina 41 van het procesdossier dat de verdachte veel van de onderdelen die van belang zijn voor een hennepkwekerij, op verborgen plaatsen had liggen in zijn winkel.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft daartoe – in de kern weergegeven – aangevoerd dat het voor een bewezenverklaring noodzakelijk is dat buiten redelijke twijfel wordt vastgesteld dat de aangetroffen voorwerpen daadwerkelijk bestemd waren voor beroepsmatige of bedrijfsmatige hennepteelt en de verdachte dit ook wist althans het ernstige vermoeden hiertoe had. De raadsman stelt dat de verdachte geen criminele intentie had, noch had hij de wetenschap dat de voorwerpen gebruikt zouden worden voor de hennepteelt.
Het hof overweegt als volgt.
Juridisch kader
Artikel 11a Opiumwet luidde ten tijde van het bewezenverklaarde handelen: ‘Hij die stoffen of voorwerpen bereidt, bewerkt, verwerkt, te koop aanbiedt, verkoopt, aflevert, verstrekt, vervoert, vervaardigt of voorhanden heeft dan wel vervoermiddelen, ruimten, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft of gegevens voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid, strafbaar gestelde feiten, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar of geldboete van de vijfde categorie.’ Artikel 11a Opiumwet ziet daarmee op het strafbaar stellen van voorbereiding of bevordering van de beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt of teelt van grote hoeveelheden hennep.
Meer bepaald stelt artikel 11a Opiumwet – voor zover i.c. van toepassing – strafbaar het voorhanden hebben van stoffen of voorwerpen, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet. Artikel 11, derde lid Opiumwet ziet dienaangaande op het in de uitoefening van een beroep of bedrijf in strijd handelen met het in artikel 3, onder B Opiumwet gegeven verbod. Artikel 11, vijfde lid Opiumwet stelt dienaangaande strafbaar het handelen dat daarbij betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel van lijst II van de Opiumwet. Onder ‘grote hoeveelheid’ wordt verstaan ‘een hoeveelheid die meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel’. Die algemene maatregel van bestuur is het Opiumwetbesluit (Besluit van 9 december 2002,
Stb.2002, 624). Op grond van artikel 1, tweede lid, Opiumwetbesluit betreft de genoemde ‘grote hoeveelheid’, voor zover hier relevant, 500 gram hennep of 200 hennepplanten.
Van strafbare voorbereiding of bevordering in de hier bedoelde zin is volgens de wetgever sprake indien ten aanzien van de dader wetenschap of een ernstig vermoeden kan worden bewezen bij de verrichting van handelingen die strekken tot voorbereiding of bevordering van de genoemde illegale hennepteelt. Het gaat met andere woorden steeds om de criminele intentie van de dader en de daaruit voortvloeiende handeling. Deze twee bestanddelen van de strafbaarstelling moeten zijn vervuld, wil er sprake zijn van strafbare voorbereidingshandelingen. De werking van deze bestanddelen is vergelijkbaar met communicerende vaten. Indien de verrichte handeling onmiskenbaar bestemd is voor de hennepteelt zal de criminele intentie grotendeels kunnen worden afgeleid uit aard en bedoeling van die handeling, terwijl wanneer de handeling meer alledaags is, hogere eisen zullen gelden voor het bewijs van hetgeen de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden over het uiteindelijke doel ten behoeve waarvan de handeling werd verricht (vgl.
Kamerstukken II2011/12, 32 842, nr. 6, p. 2-3). De strafbaarstelling van artikel 11a Opiumwet brengt derhalve mee dat strafbare voorbereiding ook kan worden bewezen zonder dat een hennepkwekerij is aangetroffen. Het voorhanden hebben van bepaalde voorwerpen om te gaan telen en het op enigerlei wijze faciliteren van illegale hennepteelt zonder dat men zelf teelt, valt tevens onder de strafbaarstelling (
Kamerstukken II2012/13, 32 842, nr. 13, p. 6).
De Hoge Raad heeft dienaangaande opgemerkt dat blijkens de weergegeven wetsgeschiedenis voor een bewezenverklaring van de bestemming als bedoeld in artikel 11a Opiumwet vereist is dat de gedragingen strekken tot voorbereiding of vergemakkelijking van de beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt of teelt van grote hoeveelheden hennep, waarbij het uiteindelijke doel ten behoeve waarvan de handeling wordt verricht van belang is (vgl. HR 13 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:328, rov. 2.4.). Voor een bewezenverklaring van overtreding van artikel 11a Opiumwet is niet vereist dat de in de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten al kunnen worden gepleegd met louter de combinatie van de voorwerpen die de verdachte voorhanden heeft (vgl. HR 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1991, rov. 2.4).
Voor wat betreft de voor een bewezenverklaring vereiste wetenschap is opzet vereist op de genoemde handelingen, zoals het voorhanden hebben van voorwerpen en op de voorbereiding of bevordering van een feit als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet. Daarbij is voldoende dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de voorwerpen bestemd waren tot de grootschalige hennepteelt (vgl. HR 23 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2757, rov. 2.4.). Daarnaast moet de verdachte weten of ernstige reden hebben om te vermoeden dat de voorwerpen, etc. bestemd zijn tot het plegen van het feit als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet. Voor de vaststelling van de bestemming van de voorwerpen en de wetenschap daarvan, kunnen de voorwerpen worden bezien in hun onderlinge verband en in de context waarin deze zijn aangetroffen (vgl. CAG ECLI:NL:PHR:2020:344, randnr. 32).
Toepassing op onderliggende zaak
De winkel van de verdachte is op 2 december 2022 onderworpen aan een bestuurlijke (na)controle, nadat er op 23 juni 2020 voorwerpen waren aangetroffen die zouden vallen onder de Opiumwet. De winkel van de verdachte is vervolgens van 9 april 2021 tot en met 7 november 2021 op last van de burgemeester zes maanden gesloten. Op 15 juni 2021 zouden er tevens aan hennep gerelateerde voorwerpen zijn aangetroffen in een garagebox welke gehuurd werd door verdachte. In beide zaken is de verdachte vervolgd voor het voorhanden hebben van deze voorwerpen.
Tijdens de nacontrole op 2 december 2022 zijn er door de verbalisanten verschillende voorwerpen aangetroffen die benodigd zijn voor (het opzetten en exploiteren van) een hennepkwekerij. Volgens verbalisant [verbalisant 4] zou er, met alle voorwerpen die zijn aangetroffen in de winkel, (een) vrijwel complete hennepkwekerij(en) worden aangeboden. Er zouden in de winkel van de verdachte voorwerpen zijn aangetroffen die een normaal huishouden niet in zijn woning of tuin aanwezig heeft.
Uit het procesdossier leidt het hof af dat de verdachte meerdere voorwerpen voorhanden had die gerelateerd kunnen worden aan (grootschalige) hennepteelt. Hoewel er geen hennepplanten aanwezig waren, zou met de combinatie van de voorwerpen in ieder geval één complete hennepkwekerij kunnen worden opgezet. Zowel verbalisanten [verbalisant 2] , als in hennepgespecialiseerde verbalisant [verbalisant 4] , hebben geconcludeerd dat de in beslaggenomen voorwerpen te relateren zijn aan hennepteelt. Verschillende aan hennep gerelateerde voorwerpen waren daarnaast niet voor het winkelend publiek zichtbaar, maar kennelijk wel te koop voor personen die wisten dat de verdachte dit voorhanden had. Deze voorwerpen bevonden zich onder meer in een verborgen ruimte achter een stellingkast en een verborgen ruimte achter een spiegel. Het hof ziet geen reden om te twijfelen aan de vaststellingen van de verbalisanten dat de aangetroffen voorwerpen onmiskenbaar bestemd zijn voor de beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt of grootschalige hennepteelt.
De volgende vraag is of de verdachte wetenschap – eventueel in de vorm van voorwaardelijk opzet – had op het voorhanden hebben van de aan hennep gerelateerde voorwerpen en op de voorbereiding of bevordering van een feit als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet.
Het hof stelt hierbij voorop dat voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg of een omstandigheid van de gedraging – zoals
in casuhet voorhanden hebben van voorwerpen bestemd voor de beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt of grootschalige hennepteelt – aanwezig is als de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten (vgl. onder meer HR 25 maart 2003, ECLI:HR:2003:AE9049/NJ 2003, 552 en HR 29 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:718).
Ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is verdachte met genoemde omstandigheden geconfronteerd, maar verdachte stelt daartegen dat hem hij zich niet bewust was iets fout te doen, mede omdat hem door de autoriteiten geen lijst is gegeven van voorwerpen die hij wel of niet voorhanden mag hebben. Uit het procesdossier blijkt echter dat de verdachte al meerdere keren was gewaarschuwd door de autoriteiten dat hij de combinatie van deze voorwerpen niet voorhanden mocht hebben. Zo was de verdachte hier al meerdere keren op aangesproken, voor vervolgd en was zijn winkel zelfs eerder voor zes maanden gesloten op last van de burgemeester. Hij had derhalve wetenschap van het feit dat deze voorwerpen het opzetten van een hennepkwekerij zou kunnen faciliteren. De verdachte had, zo blijkt ook uit zijn justitiële documentatie, kennis van de hennepteelt en hetgeen daarvoor nodig was.
Het hof is gelet op de genoemde feiten en omstandigheden van oordeel dat verdachte met zijn gedragingen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij in zijn winkel voorwerpen voorhanden had die de beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt of grootschalige hennepteelt faciliteren. Dat een lijst van voorwerpen die hij wel of niet voorhanden zou mogen hebben, ontbreekt, doet hier niet aan af.
Het hof is van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen. Het hof verwerpt derhalve de tot vrijspraak strekkende verweren van de raadsman.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen straf
De raadsman heeft bepleit dat een onvoorwaardelijke straf geen nut meer zou hebben, nu de verdachte al voldoende gestraft zou zijn door het verlies van zijn winkel en de volledige inventaris. Daarnaast zou artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing, doordat de veroordeling van gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 20 september 2024 nog niet onherroepelijk is.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten. Hij heeft nagelaten de juiste maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat hij zich niet schuldig zou maken aan overtreding van de Opiumwet. Het hof rekent het de verdachte dan ook aan dat hij heeft gehandeld zoals bewezen is verklaard.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 20 februari 2025, betreffende het justitiële verleden van de verdachte, waaruit naar voren komt dat de verdachte wel eerder onherroepelijk voor overtreding van de Opiumwet is veroordeeld maar dat dit een oud feit betreft.
Het hof heeft tevens kennisgenomen van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Ten overstaan van het hof heeft de verdachte naar voren gebracht dat hij door deze zaak alles is kwijtgeraakt. Zo is hij zijn winkel en de volledige inventaris kwijtgeraakt, dat hij als investering zag voor zijn pensioen. Daarnaast heeft hij nu schulden bij de Belastingdienst en de verhuurder van het winkelpand. Hoewel hij al 67 jaar oud is, moet hij blijven werken om in zijn onderhoud te kunnen voorzien.
Het hof heeft tevens acht geslagen op het feit dat in deze zaak is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is, nu de veroordeling van gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 20 september 2024 reeds nog niet onherroepelijk is.
Alles afwegende acht het hof, met de rechtbank, oplegging van een taakstraf van 180 uur, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden.
Met oplegging van een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Beslag
De politierechter heeft bij vonnis waarvan beroep de volgende voorwerpen verbeurd verklaard:
  • 8116 STK Struik;
  • 55 STK Armatuur;
  • 68 STK Armatuur;
  • 3 STK Hennep-Kwekerij (diversen);
  • 30 STK Hennep-Kwekerij (diversen);
  • 479 STK Hennep-Kwekerij (diversen);
  • 1 STK Thermostaat;
  • 1 STK Hennep-Kwekerij (diversen);
  • STK Lamp:
  • 1 STK Schakelaar:
  • 55 STK Ventilator;
  • 3 STK Transformator;
  • 29 STK Transformator;
  • 5 STK Ventilator:
  • 2 STK Zuiger;
  • 112 STK Pomp;
  • STK Kachel;
  • STK Gereedschap;
  • 1 STK Generator;
  • 2 STK Filter.
Voorts heeft de politierechter de teruggave van het contant aangetroffen bedrag van
€ 2.415,- (ibn 02-12-2022) gelast.
Het hof is, met de rechtbank, van mening dat de volgende voorwerpen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.
Het hof zal, gelet op de beslaglijst van 14 augustus 2024, de volgende voorwerpen verbeurd verklaren:
  • 8116 STK Struik (nr. 1 beslaglijst);
  • 55 STK Armatuur (nr. 2 beslaglijst);
  • 68 STK Armatuur (nr. 3 beslaglijst);
  • 3 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 14 beslaglijst);
  • 30 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 15 beslaglijst);
  • 479 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 17 beslaglijst);
  • 1 STK Thermostaat (nr. 18 beslaglijst);
  • 1 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 20 beslaglijst);
  • 7 STK Lamp (nr. 4 beslaglijst);
  • 1 STK Schakelaar (nr. 5 beslaglijst);
  • 55 STK Ventilator (nr. 6 beslaglijst);
  • 3 STK Transformator (nr. 7 beslaglijst);
  • 29 STK Transformator (nr. 8 beslaglijst);
  • 5 STK Ventilator (nr. 11 beslaglijst);
  • 2 STK Zuiger (nr. 10 beslaglijst);
  • 112 STK Pomp (nr. 16 beslaglijst);
  • 8 STK Kachel (nr. 13 beslaglijst);
  • 8 STK Gereedschap (nr. 19 beslaglijst);
  • 1 STK Generator (nr. 12 beslaglijst);
  • 2 STK Filter (nr. 9 beslaglijst).
Het hof zal voorts de teruggave aan de verdachte gelasten van de overige in beslag genomen en aan de verdachte toebehorende voorwerpen, te weten het contante geldbedrag van
€ 2.415,- , nu naar het oordeel van het hof het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave daarvan.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op artikel 11a van de Opiumwet en de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 63 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 8116 STK Struik (nr. 1 beslaglijst);
- 55 STK Armatuur (nr. 2 beslaglijst);
- 68 STK Armatuur (nr. 3 beslaglijst);
- 3 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 14 beslaglijst);
- 30 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 15 beslaglijst);
- 479 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 17 beslaglijst);
- 1 STK Thermostaat (nr. 18 beslaglijst);
- 1 STK Hennep-Kwekerij (diversen) (nr. 20 beslaglijst);
- 7 STK Lamp (nr. 4 beslaglijst);
- 1 STK Schakelaar (nr. 5 beslaglijst);
- 55 STK Ventilator (nr. 6 beslaglijst);
- 3 STK Transformator (nr. 7 beslaglijst);
- 29 STK Transformator (nr. 8 beslaglijst);
- 5 STK Ventilator (nr. 11 beslaglijst)
- 2 STK Zuiger (nr. 10 beslaglijst);
- 112 STK Pomp (nr. 16 beslaglijst);
- 8 STK Kachel (nr. 13 beslaglijst);
- 8 STK Gereedschap (nr. 19 beslaglijst);
- 1 STK Generator (nr. 12 beslaglijst);
- 2 STK Filter (nr. 9 beslaglijst);
gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een contant geldbedrag van € 2.415,- (ibn 02-12-2022).
Aldus gewezen door:
mr. dr. A.R. Hartmann, voorzitter,
mr. E.J. Huijskens en mr. T. Farber, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E. Vogelvang, griffier,
en op 7 mei 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. T. Farber voornoemd is buiten staat om dit arrest te ondertekenen.

Voetnoten

1.CAG Aben 22 oktober 2024, ECLI:NL:PHR:2024:1090.