Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 26 maart 2024;
- het proces-verbaal van de enquête van 29 augustus 2024;
- het proces-verbaal van de contra-enquête van 11 en 12 november 2024.
9.De verdere beoordeling
‘suddenly booming’was. Uit het leverschema dat tussen Holt en DocMorris is uitgewisseld blijkt dat het voornemen bestond dat na een eerste levering van 1 miljoen flessen er een tweede levering van 3 miljoen flessen zou plaatsvinden.
op 21 april 2020al een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen ter zake van de 150.000 stuks Viprotect handdesinfectiemiddelen. Wel was er op 21 april 2020 door DocMorris de suggestie gewekt dat er een deal zou komen, maar de bevestiging daarvan is op 23 april 2020 gekomen. Het hof acht bewezen dat tussen partijen op 23 april 2020 een mondelinge koopovereenkomst ter zake van de 150.000 en de 350.000 stuks Viprotect handdesinfectiemiddelen tot stand is gekomen. Daartoe is het volgende redengevend.
“probeer het originee leverplan aan te houden”. Daaruit heeft [persoon A] afgeleid dat er sprake was van een koop, omdat een levering zonder koop onmogelijk is. [persoon C] heeft, gehoord als getuige, bevestigd dat er tweemaal telefonisch contact is geweest; de details kan hij zich niet meer herinneren. Volgens [persoon C] is niet gesproken over aantallen en ook niet over een leverschema. Wel heeft [persoon C] als getuige verklaart dat hij naar aanleiding van het telefonisch contact intern overleg heeft gehad met [persoon D] , bestuurder van DocMorris, en vervolgens aan [persoon A] heeft voorgesteld om bijeen te komen op het kantoor van DocMorris in Heerlen. Dat laatste wordt bevestigd door de verklaring van [persoon D] .
“Wir pushen die diese Woche noch zu verschicken aber wird wahrscheinlich Montag. Es werden alle Hebel in Bewegung gesetzt um 120.000 Stk zu KW 21 in Rotterdam zu haben.”Ook de in de WeChat gedane mededelingen van [persoon A] richting het Chinese contact van DK Trade, Jiangsu Minnuo , op 21 april 2020 (rov. 6.1.10) ondersteunen de lezing van [persoon A] dat [persoon C] tijdens de telefonische contacten heeft aangegeven dat DocMorris de handdesinfectiemiddelen wilde hebben. [persoon A] heeft het daarin heel specifiek over een telefoongesprek dat hij heeft gehad met een
‘final customer’(waarmee [persoon A] doelt op DocMorris) en dat deze daarin heeft gezegd
“try to reach time planning”. Dit ondersteunt de lezing van DK Trade dat tijdens het tweede telefoongesprek door [persoon C] is gezegd
“probeer het origineel leverschema aan te houden”.
“probeer het origineel leverschema aan te houden”, maar het hof acht die betwisting onvoldoende geloofwaardig. [persoon C] heeft verklaard dat na de bestelling bij Holt (het hof begrijpt:) op 6 april 2020 het contact met Holt stopte. Voorts heeft [persoon C] verklaard dat hij niet weet of er ooit met Holt is gesproken over een leverschema. De verklaring van [persoon C] verhoudt zich niet met het e-mailbericht van 6 april 2020 (rov. 6.1.5) waarbij Holt aan [persoon C] de factuur stuurt en Holt aan [persoon C] meedeelt dat [persoon C] steeds op de hoogte zal worden gehouden van de actuele stand van zaken. Daaruit leidt het hof af dat [persoon C] voor Holt de contactpersoon was van DocMorris. Het hof acht het onaannemelijk, gelet op de omvang van de bestelling en de grote vraag die er op dat moment was naar handdesinfectiemiddelen vanwege de COVID-19 pandemie, dat [persoon C] niet weet of er vanuit DocMorris ooit met Holt is gesproken over een leverschema. Uit correspondentie via Signal blijkt bovendien dat tussen DK Trade en Holt op 10 en 14 april 2020 het tijdspad zoals gewenst door DocMorris is gedeeld (rov. 6.1.6).
“probeer het origineel leverschema”aan te houden of woorden van gelijke strekking. Dit is evenwel onvoldoende om aan te nemen dat al
op 21 april 2020een mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen, waarbij DocMorris 150.000 stuks Viprotect handdesinfectiemiddelen heeft gekocht. Daarbij is van belang dat in het hiervoor aangehaalde e-mailbericht van [persoon A] aan [persoon C] van 21 april 2020 wordt gerept over het leveren van 120.000 stuks, terwijl voorts niet blijkt dat al concrete afspraken waren gemaakt over de prijs of de wijze waarop tot een prijs zou worden gekomen. Over de essentialia van de overeenkomst bestond zodoende nog geen overeenstemming tussen partijen. Daarom kan niet worden aangenomen dat al
op 21 april 2020tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen met de door DK Trade gestelde inhoud.
“für eine Abstimmung”. [persoon C] laat weten dat naast hemzelf ook [persoon D] , bestuurder van DocMorris aanwezig zou zijn. [persoon A] heeft daarop bericht dat hij [persoon B] zou meenemen, (indirect) medebestuurder van DK Trade. [persoon A] heeft via Whatsapp aan [persoon C] bericht
“Dann kann man gleich Nägel mit Köpfen machen”, waarop [persoon C] heeft gereageerd met
“Klar, kein problem”. Op dat moment was zowel voor DK Trade als voor DocMorris duidelijk dat [persoon F] was aangehouden door de Duitse justitie en dat Holt, terwijl DocMorris een bestelling bij Holt had gedaan van 1 miljoen stuks handdesinfectiemiddelen en daarvoor al een aanbetaling van ruim 2 miljoen euro had gedaan, niet meer kon leveren. Voorts staat vast dat er bij DocMorris, gelet op de COVID-19 pandemie en getuige de eerdere bestelling bij Holt, een grote behoefte bestond aan het product, zoals [persoon D] ook heeft verklaard.
“dann ist ja alles in Trockenen Tuechern”. Dat werd niet door [persoon B] begrepen, waarop [persoon E] heeft toegelicht dat het in kannen en kruiken betekent. Volgens [persoon A] is door DK Trade gezegd dat het hetzelfde product was als met Holt was afgesproken, 75% ethanol virus dodend. [persoon D] , die volgens [persoon A] autoriteit had over [persoon C] en [persoon E] , heeft tijdens de bijeenkomst naar het flesje gekeken en heeft “okay” gezegd, aldus nog steeds de verklaring van [persoon A] als getuige.
“in Trockenen Tuechern”) is terwijl [persoon D] er nog was. Toen is [persoon D] vertrokken met de opmerking dat [persoon E] en [persoon C] nog de open details moeten afhandelen. DocMorris was blij dat DK Trade bij DocMorris had aangeklopt omdat DocMorris de producten nog nodig had. [persoon B] heeft verder aangegeven, zo begrijpt het hof diens verklaring op dit punt, dat het voor DK Trade niet interessant is om na al dat werk en alle geïnvesteerde tijd 150.000 stuks te leveren. DK Trade was er om te praten over vervolgorders. [persoon C] nam geen blad voor de mond als het ging over wat DocMorris allemaal kon met die producten, hoeveel ze er van nodig zouden hebben. [persoon A] heeft toen uitgelegd hoe het met de doorlooptijden en productietijden zit. Als je zegt 100.000 stuks nodig te hebben om aan je afspraken te voldoen voor klanten, dan heb je minimaal 500.000 stuks nodig in bestelling voor de doorlooptijd van 5 weken. Er is een prijs overeengekomen. Vanuit DK Trade is gezegd dat zij niet voor 500.000 stuks een heel financieringstraject konden bekostigen. [persoon D] heeft de certificering bekeken; hij nam de beslissingen. [persoon D] heeft de door DK Trade overlegde certificering (vermeld in de brochure) gekregen en hij heeft daarop een toezegging, in ieder geval toestemming gegeven aan [persoon C] . De producten die DK Trade aanbood, waren precies dezelfde producten die DocMorris al had gekocht van Holt, aldus nog steeds de verklaring van [persoon B] als getuige.
“500.000pcs x 500 ml Viprotect 75% Ethanol Händedesinfektionsmittel (…) 2.50€ per piece”. Voorts noemt [persoon A] een
“Delivery plan”bestaande uit drie
“shippings”met daarbij gedetailleerde informatie over hoeveelheden, laaddata (29 april, 6-8 mei, 11-15 mei), vertrek (
“sailing”) en ETA (hof: Estimated Time of Arrival). Daarbij benoemt [persoon A]
“We will try to update with all details of first en second shipment tomorrow morning!”. Vervolgens vermeldt [persoon A]
“Financial planning”waarbij het gaat om
“Total order volume: 1.250.000€”, met daarbij gedetailleerde informatie over wanneer wat moet zijn betaald. [persoon A] vermeldt daarbij ook:
“All parties are aware that this points are based on oral agreements made during the first meeting at DocMorris (…)”. Voor de volledige inhoud van het e-mailbericht verwijst het hof naar rov. 6.1.15. Gelet op de inhoud van dit e-mailbericht diende DocMorris (in de personen van [persoon C] , [persoon D] en [persoon E] ) redelijkerwijs te begrijpen dat DK Trade er vanuit ging dat tussen partijen een overeenkomst tot stand was gekomen en wat de inhoud van die overeenkomst was. Het e-mailbericht beschrijft immers de essentialia van de koopovereenkomst die volgens DK Trade tot stand was gekomen, te weten het te leveren product (500.000 stuks 500 ml Viprotect van een bepaalde kwaliteit in drie leveranties), de prijs (€ 2,50 per flesje) en wanneer de drie leveranties verscheept zouden gaan worden. Niet gebleken is dat DocMorris hierop vervolgens heeft gereageerd, schriftelijk of anderszins, op een wijze die aan DK Trade duidelijk maakte dat van een overeenkomst tussen partijen nog geen sprake was.
“ambitious but realistic production planning and delivery scenario”toestuurt alsmede
“a feedback from our lab regarding testing planning”. In het e-mailbericht van 25 april 2020 van DK Trade houdt DK Trade DocMorris op de hoogte met een
“updated production planning”, waarin bovendien is vermeld dat zowel de hoeveelheid van 250.000 voor week 16 als de hoeveelheid van 250.000 voor week 17 betaald (
“paid”) is (rov. 6.1.17). Op 28 april 2020 stuurt DK Trade aan DocMorris een e-mailbericht waarin door DK Trade melding wordt gemaakt
“Regarding payment and export, for the first 150.000 pieces we prefinanced 30% deposit and 50% before loading, Loading date: 03.05 (…) for the other 350.000 pieces we prefinanced 30% deposit”(rov. 6.1.21). Op 29 april 2020 bericht DK Trade aan DocMorris
“Please find in attachment the screenshots of our placed order through Alibaba Insurance, 2 x 250.000pcs (…) Please understand that we need clarity when you plan to pay today. We invested a lot of money to keep everything going and avoid delay for delivery plan but there is a point when we need a payment from your side”(rov. 6.1.23).
“after succesful first delivery and continuous purchase orders”en
“a long term supply agreement”(rov. 6.1.15). In dat verband maakt DK Trade op 24 april 2020 melding van
“an ambitious but realistic production planning and delivery scenario”en verder meldt DK Trade dat
“if order size grows continuously per week we have to calculate if we can guarantee 50% payment after loading as this will demand a lot of our liquidity, especially when we want to increase quantity rapidly. We are investigating this matter, to ensure a stable flow of Viprotect (…) We will provide you with a fully transparent calculation once an order-planning is provided and agreed upon.”(rov. 6.1.16). Uit het bijgevoegde Excel-sheet volgt dat DK Trade vanaf week 18 een capaciteit van 500.000-700.000 stuks per week noemt, vanaf week 22 een capaciteit van 900.000-1.200.000 stuks per week en vanaf week 23 een capaciteit van 900.000-1.250.000. Voor zover door DocMorris is aangevoerd dat
“delivery scenario”en
We will provide you with a fully transparent calculation once an order-planning is provided and agreed upon.”in het bericht van 24 april 2020 erop duiden dat er nog geen overeenkomst bestond en er over de orderplanning geen overeenstemming bestond, passeert het hof dit verweer omdat duidelijk is dat met deze aanduidingen door DK Trade wordt gedoeld op eventuele latere bestellingen van DocMorris. In dat licht beziet het hof ook de mededeling die door DK Trade is gedaan op 29 april 2020, waarbij zij via de mail een NDA aan DocMorris toestuurt. Hetzelfde geldt voor het Whatsapp-bericht dat [persoon A] op 30 april 2020 aan [persoon C] heeft verzonden (rov. 6.1.17). Nadat eerst op 25 april 2020 is gesproken over grotere hoeveelheden
“1.500.000 pro Woche?”door [persoon C] , [persoon A] vervolgens de al bevestigde hoeveelheden vermeldt
“Grün=bestätigt”en waarover nog onderhandeld moet worden
“Gelb =noch auszuhandeln”, moet de vraag van [persoon A]
“Ich brauche Montag die konkrete info was ihr wann und zu welchen Konditionen bestellen wollt”worden geplaatst binnen het kader van de mogelijk nog meer door DocMorris te bestellen handdesinfectiemiddelen. Voor zover DK Trade op 5 mei 2020 in haar e-mailbericht heeft geschreven:
“Please let me know if you want to order so we can change the label accordingly”(rov. 6.1.27) heeft [persoon A] daar als getuige over verklaard dat het hier gaat over wat DocMorris in de toekomst wenste te bestellen. De eerdere order van 500.000 stuks beschouwde DK Trade als een gesloten zaak.
‘They will pay deposit through Alibaba?’DK Trade antwoordt
‘We will pay, They pay to us’(productie 10 bij dagvaarding). DK Trade stelt voorts dat zij voor de producten op 24 april 2020 € 97.081,66 aan haar Chinese tussenpersoon heeft overgemaakt (productie 12 bij dagvaarding). Op 28 april 2020 vraagt Jiangsu Minnuo aan [persoon A]
“Will your customer pay to you this week?”waarop [persoon A] antwoordt
“yes, they pay tomorrow (…) they very happy that we keep on schedule (…) today say if you send me company structure, passport copy, payment plan we will pay tomorrow”(rov. 6.1.20). Het door DK Trade op 28 april 2020 aan DocMorris gestuurde e-mailbericht sluit hierop aan. DK Trade communiceert daarin immers in voldoende duidelijke bewoordingen dat DK Trade met betrekking tot de leveringen van in totaal 500.000 stuks bedragen voor DocMorris heeft voorgefinancierd, waarbij verder door DK Trade onder meer als bijlage wordt toegevoegd
“company structure”en
“copy of passports”(rov. 6.1.21). Ook ten aanzien hiervan is niet gebleken van reacties van de kant van DocMorris ter tempering of ontkrachting van de evident ontstane verwachtingen van DK Trade.
Das wäre dann on top zum bisherigen Plan, korrekt? Also bis zu 500.000 mehr die Woche? In den Spitze dann 1.500.000 pro Woche?”. [persoon A] reageert vervolgens dat het gaat om de
“Gesamtmenge”. [persoon A] meldt voorts
“Wir können früher grössere Kapazität bekommen. Ich denke ab KW 23 können wir eine Spitze von 1.25 Milionenen pro Woche erreichen”. Vervolgens verwijst [persoon A] naar het “
updated Gesamtproduktion”en wijst erop dat groen betekent
“bestätigt”en geel
“noch auszuhandeln”(rov. 6.1.18). Uit het productieplan van 25 april 2020 valt af te leiden dat DK Trade twee ladingen van 250.000 stuks heeft betaald (in groen weergegeven) en dat deze ladingen in de weken 23 en 24 in Rotterdam zullen zijn (rov. 6.1.17). Op 27 april 2020 meldt [persoon A]
“Hallo, kurzes Update: - Samples hat geklappt; erhalte heute oder morgen Tracking – erste Juniwoche Warenankunft bestätigt”. Door [persoon C] wordt daarop gereageerd: “
Kurze Frage, kannst Du mir noch etwas zu Absicherung schicken? Das heisst habt Ihr eine Bankbürgschaft über die Summe? Oder eine Garantie, wie die angesprochene Alibaba Absicherung?”(rov. 6.1.18). Op 4 mei 2020 meldt [persoon A] aan [persoon C]
“ersten 150.000 Stück sind auf dem Schiff”(rov. 6.1.25). Ook hier is van belang dat niet blijkt van mededelingen van de kant van [persoon C] ter tempering van het uit deze app-wisselingen sprekende vertrouwen van [persoon A] dat een koopovereenkomst tussen partijen bestond.
“All parties are aware that this points are based on oral agreements made during the first meeting at DocMorris”.Daarin wordt in duidelijke woorden gerefereerd aan een tijdens de bespreking gesloten mondelinge overeenkomst. Daarbij acht het hof van belang dat het e-mailbericht niet op zichzelf staat, maar moet worden bezien in de algehele context waarbinnen de bespreking plaatsvond. Die context was allereerst dat er wereldwijd een pandemie heerste waardoor er een tekort was aan handdesinfectiemiddelen en dat ook DocMorris geïnteresseerd was in (een substantiële hoeveelheid) handdesinfectiemiddelen. Voorts is van belang dat DocMorris kort tevoren geconfronteerd was met een leverancier, Holt, die niet zou gaan leveren terwijl zij inmiddels wist dat DK Trade de achterliggende leverancier van Holt was en mogelijkheden had om de gewenste desinfecteringsmiddelen te leveren. DocMorris had DK Trade tegen die achtergrond had uitgenodigd voor de bespreking op 23 april 2020. Gelet hierop had van DocMorris mogen worden verwacht dat als het vertrouwen van DK Trade dat tussen partijen mondeling een koopovereenkomst tot stand was gekomen in de visie van DocMorris ongegrond was, zij dat onverwijld en in duidelijke bewoordingen aan DK Trade zou overbrengen. Daarvan is niet gebleken. Een (schriftelijke) reactie van de zijde van DocMorris op het e-mailbericht is uitgebleven, terwijl ook niet is gebleken dat de inhoud van het e-mailbericht anderszins is weersproken door DocMorris. Dat het woord
“offer”een paar keer (waaronder eenmaal in de onderwerpregel) voorkomt, doet geen afbreuk aan de inhoud en strekking van het gehele e-mailbericht. In ieder geval had het op de weg van DocMorris gelegen richting DK Trade te communiceren dat er wat haar betreft nog helemaal geen sprake was van
“oral agreements”tussen partijen. Uit de getuigenverklaringen van [persoon D] en [persoon E] volgt dat binnen DocMorris de communicatie vanuit DocMorris door [persoon C] zou worden verricht en dat zij daarom geen aanleiding zagen op het bericht van 23 april 2020 te reageren. Dat [persoon C] heeft verklaard niet zoveel acht te hebben geslagen op de mail en de mail niet tot het einde heeft doorgelezen, komt voor rekening en risico van DocMorris. DocMorris had op dat moment kunnen en moeten begrijpen dat DK Trade meende dat er een mondelinge afspraak tot stand was gekomen op de bijeenkomst van 23 april 2020.
“Viprotect 75% Ethanol Händedesinfektionsmittel”. Voorts wordt vermeld:
“certification as listed in product sheet (in particular EN 14476 “conditionally viricidal”) before goods arrive”en
“75% alcohol solution tested by independent notified body e.g. SGS each batch (batch=shipping)”. Op 24 april 2020 stuurt [persoon A] het testrapport van het door DK Trade aangeboden Viprotect.
‘Please understand that we need clarity when you plan to pay today. We invested now a lot of money to keep everything going and avoid any delay for delivery plan but there is a point where we need a payment from your side.’(rov. 6.1.23). Deze uitdrukkelijke mededeling van DK Trade kan niet anders worden begrepen dan dat DK Trade betaling van DocMorris wenste. Ook toen echter was dat voor DocMorris kennelijk geen aanleiding om zelf op te helderen dat van betaling in de visie van DocMorris geen sprake kon zijn omdat enkel verkennend werd gesproken, los van de vraag of en in hoeverre zodanige opheldering DocMorris op dat moment nog had kunnen baten. Op de mededeling van DK Trade op 29 april 2020 dat zij die dag duidelijkheid moet hebben wanneer DocMorris gaat betalen, wordt niet gereageerd door DocMorris. Integendeel, [persoon C] reageert op 30 april 2020 via Whatsapp als volgt richting [persoon A]
‘Habe Dich nicht vergessen. Melde mich Anfang der Woche direkt okay?’(rov. 6.1.17), waaruit niet volgt dat het e-mailbericht van [persoon A] bij hem (enige) verbazing heeft opgeroepen. Dat [persoon C] telefonisch heeft toegezegd dat DocMorris zal betalen, volgt uit de getuigenverklaring van [persoon A] . Deze getuigenverklaring vindt steun in het hiervoor vermelde e-mailbericht van 29 april 2020 en in de WeChat-conversatie van [persoon A] met Jiangsu Minnuo van 28 april 2020, waarin [persoon A] richting Jiangsu Minnuo meldt dat hij net heeft gebeld
“with them”(het hof begrijpt: met DocMorris) en dat
“customer will pay tomorrow”.
“Sold to”betekent hier niet dat het al was verkocht, zo heeft [persoon A] verklaard. Het WeChat-bericht van 19/20 april 2020 tussen DK Trade en Jiangsu Minnuo sluit hierop aan; in dat bericht informeert [persoon A] of de handelsagent nog steeds beschikt over
“our deposit”of dat er al besteld is. Jiangsu Minnuo antwoordt daarop dat hij nog steeds de beschikking heeft over de borg (rov. 6.1.8). Mede gelet op het WeChat-bericht van 21 april 2020 waarin [persoon A] aan Jiangsu Minnuo vraagt
“can you release payment”(rov. 6.1.10), ziet het hof geen aanleiding om aan te nemen dat DK Trade al vóór 21 april 2020 financiële verplichtingen is aangegaan voor de Viprotect handdesinfectiemiddelen.
“We can start production tomorrow morning”(rov. 6.1.13).
“probeer het origineel leverschema”aan te houden. Voorts staat voldoende vast dat vervolgens op de bijeenkomst van 23 april 2020 tussen partijen een mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen, waarbij DocMorris (in totaal) 500.000 stuks Viprotect handdesinfectiemiddelen heeft gekocht. Dat partijen op 23 april 2020 ook de prijs van € 2,50 hebben afgesproken, volgt uit de getuigenverklaringen van [persoon A] en [persoon B] en het daaropvolgende e-mailbericht van 23 april 2020 van [persoon A] waarin dit bedrag wordt genoemd. Ook [persoon E] bevestigt dat over een prijs van € 2,50 per stuk is gesproken tijdens de bijeenkomst. DK Trade heeft vervolgens uitvoeringshandelingen ten aanzien van de koopovereenkomst verricht, zoals het doen van een betaling. Uit de e-mailberichten van DK Trade kon DocMorris afleiden dat DK Trade erop vertrouwde dat een mondelinge koopovereenkomst tot stand was gekomen. DocMorris heeft echter nagelaten DK Trade te informeren dat daarvan wat DocMorris betreft nog geen sprake van kon zijn. DK Trade mocht redelijkerwijs aan de verklaringen en gedragingen van DocMorris toekennen, en mocht ook redelijkerwijs van DocMorris verwachten, dat op 23 april 2020 een koopovereenkomst tot stand is gekomen, waarbij DocMorris 500.000 stuks Viprotect handdesinfectiemiddelen heeft gekocht van DK Trade. Hetgeen meer of overigens door DocMorris is aangevoerd, doet aan het vorenstaande niet af.