Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- Geen strafbaar feit plegen
- Meewerken aan reclasseringstoezicht
- Meewerken aan een time-out
- Niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering
- Opname in een zorginstelling
- Ambulante behandeling
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
- Meewerken aan schuldhulpverlening
- Een alcohol- en drugsverbod
- Een contactverbod met [benadeelde partij 1]
- Een locatieverbod
(het hof begrijpt: [benadeelde partij 1] )gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 22.132,68, bestaande uit € 4.632,68 aan materiële schade en € 17.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over de materiële schade vanaf 17 mei 2022 en over de immateriële schade vanaf 23 oktober 2021, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij [benadeelde partij 1] is in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de verdachte tevens veroordeeld in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, ten tijde van het wijzen van het vonnis begroot op € 25,00. De overige gevorderde proceskosten zijn afgewezen. De vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] is door de rechtbank gedeeltelijk toegewezen, met dien verstande dat de rechtbank de verdachte heeft veroordeeld tot betaling van een bedrag van
€ 8.008,70 (medisch ingrijpen hond) aan [benadeelde partij 2] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2021, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] zijn in het overige gevorderde, te weten de kosten voor ontruiming/verhuizing en immateriële schade niet-ontvankelijk verklaard. Voorts is de verdachte veroordeeld in proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, ten tijde van het wijzen van het vonnis begroot op nihil. Ten slotte heeft de rechtbank de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het moment van plaatsing in een Forensische Psychiatrische Kliniek of een soortgelijke instelling opgeheven.
“Volgens betrokkene weet ze nog precies hoe het ten laste gelegde is gegaan. “Ik zat te wachten op de bovenkamer, tot ze zou komen.”en vraagt mij of het klopt dat ik dat op die wijze heb verklaard. Ja, dat klopt. Dat is de eerste keer dat ik over het delict sprak. Ik weet niet precies meer wat ik wel en niet heb verteld, maar ik weet wel dat het kloppend is.
(het hof begrijpt: de bovenverdieping)tot ze
(het hof begrijpt: [slachtoffer] )zou komen en dat die verklaring ook kloppend is. Die verklaring van de verdachte sterkt het hof in zijn oordeel dat de beslissing van de rechtbank dat de verdachte heeft gehandeld met voorbedachten rade zich leent voor bevestiging.
(het hof begrijpt: ten tijde van het tenlastegelegde)weliswaar werd gestuurd door stemmen in haar hoofd, maar dat zij zelf de keuze heeft gehad en gemaakt om naar die stemmen te luisteren. Het Openbaar Ministerie heeft er daarbij op gewezen dat uit de verklaringen van de verdachte valt af te leiden dat zij op andere momenten geen gevolg heeft gegeven aan wat die stemmen haar zeiden.
eveneens(cursivering Hof) ingegeven door de hallucinaties. Betrokkene heeft consistent verklaard dat dit nodig was om het “erger” te maken, omdat dit de opdracht (hallucinaties) was die zij hoorde in haar hoofd.”
- kosten uitvaart ad € 4.630,68
- kosten therapie ad € 900,00
- reiskosten therapiesessies ad € 483,30
- affectieschade ad € 20.000,00
- schokschade ad € 25.000,00
€ 17.500,00 aan affectieschade toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict, 23 oktober 2021. Het meer gevorderde zal worden afgewezen.
De aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed.
De wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was. Bij het aan dit gezichtspunt toe te kennen gewicht kan meewegen of het secundaire slachtoffer beroepsmatig of anderszins bedacht moest zijn op een dergelijke schokkende gebeurtenis.
De aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, waarbij geldt dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen.
€ 23.513,98 toewijsbaar, te vermeerderen met de wettelijke rente over de materiële schade vanaf 17 mei 2022 en over immateriële schade vanaf 23 oktober 2021, tot aan de dag der voldoening
.
BESLISSING
€ 23.513,98(drieëntwintigduizend vijfhonderddertien euro en achtennegentig cent), bestaande uit
€ 6.013,98 (zesduizend dertien euro en achtennegentig cent) materiële schade en
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€25,00 (vijfentwintig euro);