ECLI:NL:HR:2000:AA8898
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- W.H. Heemskerk
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toewijzing van vorderingen in verband met schadevergoeding en regresrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 december 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen SCOB B.V. (voorheen Best Oil B.V.) en de gemeente Apeldoorn, evenals BP NOORD-OOST NEDERLAND B.V. (voorheen Ocon B.V.). De zaak betreft een geschil over schadevergoeding in verband met bodemverontreiniging. De gemeente had in eerste instantie de betrokken partijen gedagvaard om schadevergoeding te eisen, waarbij de Rechtbank Zutphen op 19 juni 1997 de vordering van de gemeente toewijsde. BP had vervolgens hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, en SCOB vorderde in de appelprocedure om als tussenkomende partij te worden toegelaten. Het Gerechtshof te Arnhem heeft deze vordering echter afgewezen, wat leidde tot cassatie door SCOB.
De Hoge Raad heeft de klachten van SCOB over de afwijzing van de incidentele vorderingen gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onbegrijpelijk had geoordeeld over de invloed van de afwijzing van de incidentele vorderingen op de positie van SCOB ten opzichte van BP. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. Tevens werden BP en de gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de mogelijkheid van regres voor partijen in schadevergoedingszaken en de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de onderlinge verhoudingen tussen betrokken partijen in dergelijke procedures.