ECLI:NL:HR:2001:AB1122
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vennootschapsbelasting en verbonden lichamen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994. De belanghebbende, X B.V., kreeg een aanslag opgelegd van ¦ 20.750, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. X B.V. ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft X B.V. cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, waarop X B.V. een conclusie van repliek indiende. De Advocaat-Generaal L.F. van Kalmthout concludeerde tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak van het Hof.
Het Hof had geoordeeld dat een gedeelte van de onderneming van H Ltd was vervreemd aan een met belanghebbende verbonden lichaam, waardoor de afwaardering van de vordering op H Ltd moest worden gerekend tot de belastbare winst van het onderhavige jaar. Dit oordeel werd bestreden in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de bewoordingen van artikel 13b, lid 4, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 niet toelaten dat vervreemding aan de belastingplichtige zelf of aan een vennootschap die daarmee een fiscale eenheid vormt, wordt aangemerkt als vervreemding aan een lichaam dat is verbonden met de belastingplichtige. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelastte tevens dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van ¦ 630 vergoedt aan belanghebbende en veroordeelde de Staatssecretaris in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op ¦ 4260 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 18 april 2001 door de Hoge Raad der Nederlanden, Derde Kamer.