ECLI:NL:HR:2002:AE4268
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling wegens verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte is veroordeeld voor meerdere overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. De Hoge Raad behandelt het beroep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.J. Ottens. De verdachte is veroordeeld tot tien maanden gevangenisstraf en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor vijf jaar, na een ongeval op 5 oktober 1997 te Oegstgeest waarbij een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht.
De Hoge Raad overweegt dat het Gerechtshof het verweer van de verdediging, dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard, terecht heeft verworpen. Dit verweer was gebaseerd op de stelling dat een andere verdachte al was veroordeeld voor hetzelfde feit. De Hoge Raad stelt vast dat de betrokkenheid van de andere verdachte niet voldoende was uitgewerkt in het vonnis van de Politierechter, waardoor het niet uitgesloten kan worden dat de andere verdachte ook als bestuurder van het motorrijtuig is veroordeeld.
De Hoge Raad concludeert dat de verwerping van het verweer door het Hof juist is, en dat de vervolging van de verdachte niet in strijd is met het strafrechtelijke uitgangspunt dat de werkelijke dader van een strafbaar feit moet worden vervolgd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van cassatie niet kunnen leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak, en verwerpt het beroep.