ECLI:NL:HR:2002:AE8908
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak en veroordeling in seksuele misdrijfzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte op 21 mei 2001 was vrijgesproken van meerdere tenlastegelegde feiten, maar wel was veroordeeld voor een feit onder artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad behandelt het beroep dat door de verdachte is ingesteld, waarbij de verdediging aanvoert dat de bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde feit onvoldoende is gemotiveerd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof op basis van de gebezigde bewijsmiddelen terecht heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat het slachtoffer in een staat van bewusteloosheid verkeerde, en dat zijn opzet gericht was op de fysieke weerloosheid van het slachtoffer. De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat geen van de middelen tot cassatie kan leiden. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand.