ECLI:NL:HR:2003:AH9768
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onroerendezaakbelastingen en waardebeschikkingen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 1 juni 2001, betreffende aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2000. De belanghebbende had zeven onroerende zaken verworven en ontving aanslagen die gebaseerd waren op waardebeschikkingen van de vorige eigenaar. Na bezwaar tegen de aanslagen, heeft het Hof het beroep gegrond verklaard voor één van de aanslagen, maar ongegrond voor de overige. De belanghebbende heeft cassatie ingesteld, waarbij hij enkele klachten heeft aangevoerd.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de belanghebbende om nieuwe waardebeschikkingen op te stellen. De Hoge Raad stelt vast dat de handelwijze van het Hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Heerenveen in strijd is met artikel 26 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent griffierecht en proceskosten, en draagt het Hoofd op om opnieuw uitspraak te doen op de bezwaren van de belanghebbende, met inachtneming van dit arrest.
De Hoge Raad benadrukt dat in gevallen van wisseling van genothebbende of gebruiker, de waarde van een onroerende zaak niet aan de orde kan komen in een procedure over een belastingaanslag, tenzij er nieuwe waardebeschikkingen zijn genomen. De belanghebbende heeft recht op een nieuwe waardebeschikking, en het Hoofd moet deze behandelen voordat opnieuw uitspraak kan worden gedaan op de bezwaren tegen de aanslagen. De kosten van het geding in cassatie worden toegewezen aan de gemeente Heerenveen.