ECLI:NL:HR:2003:AI5786
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over havengeld en bestemming openbare dienst van de haven
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van belanghebbende X tegen de gemeente Amersfoort. De zaak betreft de heffing van havengeld voor een dekschuit die door belanghebbende was afgemeerd in een voor de openbare dienst bestemde haven. De gemeente had nota's havengeld opgelegd voor de periodes januari tot en met juni 1999 en september tot en met december 1998, welke nota's door de Inspecteur van de gemeentelijke belastingen waren gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Gerechtshof te Amsterdam had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
Belanghebbende voerde aan dat de dekschuit was geplaatst om schade aan het woonschip te voorkomen en dat de gemeente in gebreke was gebleven om de diepte van de haven op peil te houden. Tevens stelde hij dat er geen havengeld verschuldigd was, omdat de haven niet meer voor de openbare dienst bestemd was door de huurovereenkomst. Het Hof oordeelde echter dat de haven nog steeds voor de openbare dienst bestemd was, ondanks de privaatrechtelijke overeenkomst.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De Raad oordeelde dat de heffing van havengeld niet kon plaatsvinden voor de dekschuit, omdat deze lag in een strook water die was onttrokken aan de bestemming openbare dienst door de huurovereenkomst. De Hoge Raad gelastte de gemeente Amersfoort om het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden. Dit arrest benadrukt de noodzaak om de bestemming van havens en de gevolgen van privaatrechtelijke overeenkomsten in overweging te nemen bij de heffing van havengeld.