ECLI:NL:HR:2004:AO9898
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie in faillissementszaak met curator
In deze zaak, die op 9 juli 2004 door de Hoge Raad der Nederlanden is behandeld, gaat het om een cassatieprocedure in een faillissementskwestie. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.A. van der Niet, heeft cassatie ingesteld tegen de curator, mr. Daniël Gerard Lasschuit, die in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van een derde partij optreedt. De Hoge Raad verwijst naar een eerder tussenarrest van 2 mei 2003, waarin de incidentele vordering van eiser tot cassatie was toegewezen. In de hoofdzaak heeft de curator geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is door de advocaten van beide partijen toegelicht, waarna de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 476,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein en E.J. Numann, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.