ECLI:NL:HR:2004:AR3164

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C03/277HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aansprakelijkheid voor schadevergoeding na ongeval

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door eisers tot cassatie, [Eiseres 1] en [Eiser 2], tegen de Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. De zaak betreft een geschil over aansprakelijkheid voor schadevergoeding na een ongeval dat plaatsvond op 3 juni 1996. De Zwolsche Algemeene heeft eisers gedagvaard voor de rechtbank te Arnhem en gevorderd dat zij aansprakelijk worden gesteld voor de ziektekosten die de verzekeraar heeft vergoed aan [betrokkene 1] op basis van de verzekeringsovereenkomst. De rechtbank heeft op 8 november 2001 geoordeeld dat eisers voor de helft aansprakelijk zijn voor de ziektekosten. Dit vonnis is door het gerechtshof te Arnhem op 17 juni 2003 bekrachtigd. Tegen deze beslissing hebben eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de argumenten van eisers in cassatie beoordeeld. De conclusie van de Procureur-Generaal was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gegeven zonder nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 26 november 2004 door de vice-president P. Neleman en de overige raadsheren.

Uitspraak

26 november 2004
Eerste Kamer
Nr. C03/277HR
RM/JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
2. [Eiser 2],
gevestigd respectievelijk wonende te [plaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. R.S. Meijer,
t e g e n
ZWOLSCHE ALGEMEENE SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.V. Polak.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: Zwolsche Algemeene - heeft bij exploot van 2 maart 2001 eisers tot cassatie - verder gezamenlijk te noemen: [eiser] - gedagvaard voor de rechtbank te Arnhem en gevorderd te verklaren voor recht dat [eiser] aansprakelijk is voor het ontstaan van het in de inleidende dagvaarding omschreven ongeval, alsmede te verklaren voor recht dat [eiser] aansprakelijk is voor alle ziektekosten die Zwolsche Algemeene, op grond van de verzekeringsovereenkomst met [betrokkene 1] (verder te noemen: [betrokkene 1]), vergoed heeft en nog zal dienen te vergoeden, vermeerderd met rente over het uiteindelijk vast te stellen schadebedrag ingaande per datum respectieve betaling tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
[Eiser] heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 8 november 2001 voor recht verklaard dat [eiser] voor de helft aansprakelijk is voor alle ziektekosten verband houdende met het ongeval van 3 juni 1996 die Zwolsche Algemeene op grond van haar verzekeringsovereenkomst met [betrokkene 1] vergoed heeft en nog zal dienen te vergoeden, vermeerderd met de rente over het uiteindelijk vast te stellen schadebedrag ingaande per datum respectieve betaling tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Het meer of anders gevorderde heeft de rechtbank afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 17 juni 2003 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Zwolsche Algemeene heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [eiser] mede door mr. M.E.M.G. Peletier, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Zwolsche Algemeene begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 26 november 2004.