ECLI:NL:HR:2005:AQ7121
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaken en de toepassing van overdrachts- en verkrijgingsfictie in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de waardering van de onroerende zaak, het Koninklijk Paleis Huis ten Bosch te Den Haag, voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De waarde is vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, de Staat der Nederlanden, heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking, die door de directeur der Gemeentebelastingen van de gemeente 's-Gravenhage was gehandhaafd. Het Hof heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in cassatie is gegaan.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 2 december 2005 geoordeeld dat het Hof terecht de waarde van de onroerende zaak heeft vastgesteld op basis van de overdrachtsfictie en verkrijgingsfictie, zoals vastgelegd in artikel 17, lid 2, van de Wet WOZ. De Hoge Raad heeft de stelling van de belanghebbende verworpen dat de onroerende zaak niet ten verkoop kan worden aangeboden en dat er geen gebruiksmogelijkheden zijn voor derden. De Hoge Raad oordeelt dat de bestemming van het paleis aan de Koning niet kan worden aangemerkt als een wettelijke beperking die de waardering beïnvloedt.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal gevolgd, die op 9 juli 2004 had geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft de middelen van de belanghebbende verworpen en het beroep ongegrond verklaard. De proceskosten zijn niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is van belang voor de toepassing van de Wet WOZ en de waardering van onroerende zaken in het bestuursrecht.