ECLI:NL:HR:2006:AV7266
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Openlijk geweld plegen in vereniging met fatale gevolgen
In deze zaak gaat het om de vraag of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk in vereniging geweld plegen tegen een slachtoffer, wat heeft geleid tot de fatale afloop van de confrontatie. De feiten spelen zich af op 6 oktober 2003, wanneer de verdachte en een groep jongens achter een vrouw aanrennen, die verdacht wordt van diefstal. De vrouw, [slachtoffer], had een blikje bier gekocht en verliet de winkel Dirk III. De verdachte en zijn medeverdachten, waaronder [medeverdachte 5], [medeverdachte 4], [medeverdachte 3], en [medeverdachte 2], renden achter haar aan, waarbij ze haar uitmaakten voor 'dief'. Op het Gerard Douplein escaleert de situatie wanneer een stoel naar de vrouw wordt gegooid, die vervolgens de stoel oppakt en teruggooit. De groep jongens, waaronder de verdachte, omringt de vrouw en er ontstaat een gewelddadige confrontatie. De verdachte heeft, samen met anderen, de vrouw ingesloten en [medeverdachte 5] heeft haar meerdere keren geschopt terwijl zij op de grond lag. De vrouw overleed later die avond in het ziekenhuis aan de gevolgen van de opgelopen verwondingen.
De Hoge Raad oordeelt dat de verdachte, door deel uit te maken van de groep en niet te distantiëren van het geweld, een significante bijdrage heeft geleverd aan het openlijk geweld. De rechtbank had eerder de verdachte veroordeeld tot een taakstraf en gevangenisstraf, maar de Hoge Raad heeft de straf verminderd, onder andere vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. De uitspraak van het hof is vernietigd wat betreft het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis, maar het beroep is voor het overige verworpen.