ECLI:NL:HR:2007:AZ6114

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
00612/06
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.J.M. Corstens
  • B.C. de Savornin Lohman
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerping van cassatieberoep in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 maart 2007 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van een verdachte in een strafzaak. Het beroep was ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 19 juli 2005 had geoordeeld in de strafzaak met nummer 20/004189-04. De verdachte, geboren in 1963, had zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. G.G.J. Knoops, die middelen van cassatie had voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga concludeerde dat het beroep verworpen moest worden.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en vastgesteld dat deze niet tot cassatie konden leiden. Volgens artikel 81 RO was er geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien de middelen niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad oordeelde dat er geen gronden waren om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber.

Uitspraak

13 maart 2007
Strafkamer
nr. 00612/06
SY/IC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 juli 2005, nummer 20/004189-04, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G.G.J. Knoops, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen.
1.2. De Hoge Raad heeft kennisgenomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de Advocaat-Generaal.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 13 maart 2007.