ECLI:NL:HR:2007:BA6756
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke afwikkeling van fideï-commis de residuo en de gevolgen van zaaksvervanging
In deze zaak gaat het om de afwikkeling van een fideï-commis de residuo onder het oude recht, waarbij de Hoge Raad zich buigt over de vraag of er sprake is van zaaksvervanging. De eiser, [eiser], is in cassatie gegaan tegen een uitspraak van het gerechtshof, dat de vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd. De rechtbank had geoordeeld dat de eiser een bedrag van € 131.282,84 aan de verweerder, [verweerder], moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De zaak is ontstaan na de dood van erflater, die in zijn testament zijn echtgenote als erfgename benoemde, met de verplichting om het nalatenschap aan de verwachter, [verweerder], uit te keren. De eiser betoogde dat de betaling uit het fideï-commissaire kapitaal slechts een tijdelijke opname was en dat zijn zuster, [betrokkene 2], deze later had terugbetaald. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet had aangetoond dat er geen sprake was van zaaksvervanging, en het hof volgde deze redenering. De Hoge Raad bevestigde de eerdere uitspraken en oordeelde dat de bezwaarde de mogelijkheid had om het aandeel van haar broer te verwerven met gelden uit het fideï-commissaire kapitaal, zonder dat dit zou leiden tot een vergoedingsrecht ten laste van het onbezwaarde vermogen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de eiser en veroordeelde hem in de kosten van het geding in cassatie.