ECLI:NL:HR:2008:BC8414
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over kinderalimentatie tussen gewezen echtelieden met betrekking tot TREMA-normen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen gewezen echtelieden over de kinderalimentatie voor hun minderjarige zoon. De moeder heeft op 30 januari 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Haarlem, waarin zij verzocht om een bijdrage van de vader in de kosten van verzorging en opvoeding van hun zoon. De moeder vroeg om een bedrag van € 150,-- per maand voor de periode van 1 augustus 2004 tot de datum van indiening van het verzoekschrift, en € 260,-- per maand voor de periode daarna. De vader heeft het verzoek bestreden en zelf een verzoek ingediend tot uitbreiding van de omgangsregeling.
De rechtbank heeft op 4 juli 2006 bepaald dat de vader met ingang van 1 februari 2006 € 230,-- per maand aan de moeder moet betalen. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld. De vader ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 7 juni 2007 de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd en de bijdrage van de vader heeft vastgesteld op € 70,-- per maand, met ingang van 1 februari 2006. De moeder heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de moeder niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de moeder verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 16 mei 2008.