ECLI:NL:HR:2008:BG2244
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een bank als effectenintermediair in cassatie
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van ABN AMRO Bank N.V. als effectenintermediair. De Hoge Raad heeft op 19 december 2008 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [eiser] tegen het eindarrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit eindarrest, dat op 9 januari 2007 werd gewezen, bekrachtigde het vonnis waarvan beroep en wees de gewijzigde eis van [eiser] af. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest van 24 september 2004, waarin het cassatieberoep van [eiser] tegen een tussenarrest van het hof werd verworpen. Na deze verwerping heeft het hof deskundigen benoemd om vragen te beantwoorden die relevant waren voor de zaak. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper was dat het beroep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep van [eiser] verworpen, waarbij hij [eiser] heeft veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 5.987,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is omdat de klachten geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.