ECLI:NL:HR:2009:BJ2668
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding na verkeersongeval en bewijslast in kort geding
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], Fortis ASR Schadeverzekering N.V. in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter in de rechtbank Utrecht. Eiser vorderde een voorschot op de schadevergoeding van € 42.500,--, met rente, en vergoedingen voor de kosten van een arbeidsdeskundige en een deugdelijke fiscale garantie. De voorzieningenrechter heeft op 20 juli 2007 Fortis veroordeeld tot betaling van € 25.000,-- als voorschot. Fortis heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waar eiser incidenteel beroep heeft ingesteld. In hoger beroep heeft eiser zijn eis vermeerderd en een aanvullend voorschot van € 106.022,-- gevorderd. Het hof heeft op 29 april 2008 het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, maar het incidenteel appel van eiser verworpen. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij Fortis verstek heeft laten verlenen. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van Advocaat-Generaal J. Wuisman, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft op 9 oktober 2009 het cassatieberoep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van Fortis. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, zonder dat nadere motivering nodig was, gezien artikel 81 RO.