ECLI:NL:HR:2009:BJ2668

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03691
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over schadevergoeding na verkeersongeval en bewijslast in kort geding

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], Fortis ASR Schadeverzekering N.V. in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter in de rechtbank Utrecht. Eiser vorderde een voorschot op de schadevergoeding van € 42.500,--, met rente, en vergoedingen voor de kosten van een arbeidsdeskundige en een deugdelijke fiscale garantie. De voorzieningenrechter heeft op 20 juli 2007 Fortis veroordeeld tot betaling van € 25.000,-- als voorschot. Fortis heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waar eiser incidenteel beroep heeft ingesteld. In hoger beroep heeft eiser zijn eis vermeerderd en een aanvullend voorschot van € 106.022,-- gevorderd. Het hof heeft op 29 april 2008 het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, maar het incidenteel appel van eiser verworpen. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij Fortis verstek heeft laten verlenen. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van Advocaat-Generaal J. Wuisman, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft op 9 oktober 2009 het cassatieberoep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van Fortis. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, zonder dat nadere motivering nodig was, gezien artikel 81 RO.

Uitspraak

9 oktober 2009
Eerste Kamer
08/03691
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
FORTIS ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Fortis.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 22 juni 2007 Fortis in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter in de rechtbank Utrecht en gevorderd, kort gezegd, Fortis te veroordelen aan [eiser] een voorschot op de schadevergoeding te betalen ten bedrage van € 42.500,--, met rente; de kosten van een arbeidsdeskundige te vergoeden en een deugdelijke fiscale garantie te verstrekken.
Fortis heeft de vordering bestreden.
De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 20 juli 2007 Fortis veroordeeld aan [eiser] een bedrag van € 25.000,-- als voorschot op de schadevergoeding te betalen.
Tegen dit vonnis van de voorzieningenrechter heeft Fortis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. [Eiser] heeft incidenteel beroep ingesteld. Na vermeerdering van eis in hoger beroep heeft [eiser] gevorderd Fortis te veroordelen tot betaling van een aanvullend voorschot van € 106.022,--.
Bij arrest van 29 april 2008 heeft het hof, in principaal appel, het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, met verbetering van gronden. In het incidenteel appel heeft het hof het beroep van [eiser] verworpen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Fortis is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep
De advocaat van [eiser] heeft op 12 augustus 2009 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Fortis begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 9 oktober 2009.