ECLI:NL:HR:2010:BH9188
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem van 27 september 2007, waarin een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2003 aan belanghebbende was opgelegd. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij de Rechtbank. De Rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verminderde de aanslag. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en het middel van de Staatssecretaris verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, die betrekking had op het resultaat uit terbeschikkingstelling van tot de huwelijksgemeenschap behorende goederen, slechts genoten kan worden door de bestuursbevoegde echtgenoot. De conclusie van de Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen, die op 10 maart 2009 tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie had geconcludeerd, werd gevolgd.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 15 januari 2010 het beroep in cassatie ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de kosten voor het griffierecht zijn vastgesteld op € 447.