ECLI:NL:HR:2010:BM1686

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04177
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot schadevergoeding wegens handelen in strijd met gedane toezeggingen door gemeente

In deze zaak hebben eisers, [Eiser 1] en [Eiseres 2], beiden wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen de Gemeente Midden-Drenthe. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding die door eisers is ingesteld op basis van het vertrouwensbeginsel, omdat zij meenden dat de gemeente in strijd had gehandeld met gedane toezeggingen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Assen en een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, waaruit blijkt dat de vordering in feitelijke instanties is afgewezen. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Advocaat-Generaal J. Spier heeft geadviseerd om de repliek van de eisers terzijde te leggen en het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft het beroep van eisers verworpen en hen in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 686,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen op 4 juni 2010 en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

4 juni 2010
Eerste Kamer
08/04177
EE/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
DE GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE,
zetelende te Beilen, gemeente Midden-Drenthe,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 55972/HA ZA 06-189 van de rechtbank Assen van 10 mei 2006, 6 september 2006 en 20 december 2006,
b. het arrest in de zaak 107.001.653/01 (rolnummer 0700172) van het gerechtshof te Leeuwarden van 18 juni 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot het terzijde leggen van de repliek van mr. Duijsens en tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 28 april 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 686,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 juni 2010.