ECLI:NL:HR:2010:BN0581
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake verweer medeverdachte
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 3 juli 2009 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1963 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. M.E. van der Werf. De Hoge Raad heeft op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 09/04709. De kern van het cassatieberoep betreft de klacht dat het Hof heeft verzuimd te beslissen op een verweer dat door een medeverdachte is ingediend, waarbij de verdachte zich heeft aangesloten. Dit verweer werd door de Advocaat-Generaal Jörg in zijn conclusie behandeld. De Hoge Raad oordeelt dat het middel faalt op de gronden die in de conclusie van de AG zijn vermeld. Daarnaast werd het tweede middel beoordeeld, dat niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad concludeert dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep in cassatie, waarmee het arrest van het Gerechtshof in stand blijft.