ECLI:NL:HR:2010:BN0782

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03721
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad gemeente door weigering perceel te verkopen en geschiktheid voor bedrijfseis

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij de eisers, bestaande uit drie rechtspersonen en een natuurlijke persoon, de Gemeente Gemert-Bakel in cassatie hebben aangesproken. De kern van het geschil betreft de vraag of de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door te weigeren een perceel op een bedrijventerrein te verkopen aan de eisers. De eisers stelden dat de gemeente in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld, zoals vastgelegd in artikel 3:14 van het Burgerlijk Wetboek. De gemeente verdedigde zich door te stellen dat het perceel niet geschikt was voor de huisvesting van het bedrijf van de eisers.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof, waaruit bleek dat de gemeente een zorgvuldige afweging had gemaakt over de geschiktheid van het perceel. De conclusie van de Advocaat-Generaal, E.B. Rank-Berenschot, was dat het beroep van de eisers moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie overgenomen en het beroep van de eisers verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn toegewezen aan de Gemeente Gemert-Bakel. De totale kosten zijn begroot op € 3.171,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de redelijkheid en zorgvuldigheid bij de besluitvorming van gemeenten, vooral in het kader van het gelijkheidsbeginsel. De beslissing is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, aangezien het de grenzen van de gemeentelijke bevoegdheden en de bescherming van de belangen van ondernemers in het geding brengt.

Uitspraak

9 juli 2010
Eerste Kamer
08/03721
RM/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [Eiseres 3],
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [Eiser 4],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
DE GEMEENTE GEMERT-BAKEL,
gevestigd te Gemert, gemeente Gemert-Bakel,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het tussen- en eindvonnis in de zaak 111816 / HA ZA 04-1352 van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 20 april 2005 en 14 december 2005;
b. het arrest in de zaak C0600339/HE van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 februari 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 3.171,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 9 juli 2010.