ECLI:NL:HR:2010:BN6239

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01261
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk onredelijk ontslag en de omvang van de ontslagvergoeding

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, staat de vraag centraal of het ontslag van de eiser kennelijk onredelijk is en welke ontslagvergoeding hem toekomt. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Garretsen, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 28 oktober 2008 is gewezen. Het hof had geoordeeld dat het ontslag kennelijk onredelijk was, maar had daarbij de kantonrechtersformule toegepast, met een korting van 30%. De Hoge Raad heeft in eerdere jurisprudentie, met name in het arrest van 27 november 2009, nr. 09/00978, LJN BJ6596, vastgesteld dat deze werkwijze niet correct is. De Hoge Raad oordeelt dat bij de beoordeling van een vordering op basis van artikel 7:681 BW, eerst alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen om te bepalen of het ontslag kennelijk onredelijk is. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt Delta, de verweerder in cassatie, veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 1.773,43 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 22 oktober 2010 door de vice-president D.H. Beukenhorst en de overige rechters.

Uitspraak

22 oktober 2010
Eerste Kamer
09/01261
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
STICHTING DELTA PSYCHIATRISCH CENTRUM,
gevestigd te Poortugal, gemeente Albrandswaard,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Delta.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met het rolnummer 692185 van de kantonrechter te Rotterdam van 19 mei 2006;
b. het arrest in de zaak 105.005.349/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 oktober 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Delta is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot vernietiging van het bestreden arrest met verdere beslissingen als gebruikelijk.
3. Beoordeling van de middelen
3.1 Het gaat in deze zaak om de vraag welke vergoeding aan [eiser] toekomt wegens het hem gegeven ontslag, dat naar het oordeel van het hof, alle omstandigheden in aanmerking genomen, kennelijk onredelijk is.
3.2 Zoals de Hoge Raad heeft overwogen in zijn arrest van 27 november 2009, nr. 09/00978, LJN BJ6596, geeft het oordeel van het hof blijk van een onjuiste rechtsopvatting waar het bij de vaststelling van de hoogte van de aan de werknemer toe te kennen schadevergoeding is uitgegaan van de zogeheten kantonrechtersformule minus 30%. De daarop gerichte klachten van de middelen slagen.
3.3 De overige klachten van de middelen behoeven geen behandeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 oktober 2008;
verwijst het geding ter verdere behandeling en beslissing naar het gerechtshof te Amsterdam;
veroordeelt Delta in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op € 1.773,43 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 22 oktober 2010.