ECLI:NL:HR:2011:BP4335
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en opzegging van huurovereenkomst bedrijfsruimte met betrekking tot dringend persoonlijk gebruik
In deze zaak gaat het om de opzegging van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte door de verhuurder, [eiser], die het gehuurde pand dringend persoonlijk duurzaam wil gebruiken. De huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van vijf jaar, met een opzegging door [eiser] per 1 juni 2007. [Verweerder], de huurder, heeft de opzegging betwist en de zaak is uiteindelijk voor de Hoge Raad gekomen na een eerdere uitspraak van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad oordeelt dat de opzegging van de huurovereenkomst haar werking niet verliest, ook niet als de verhuurder pas na de opzegdatum een procedure start om de beëindiging van de huurovereenkomst vast te stellen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt dat de huurovereenkomst van rechtswege van kracht blijft totdat de rechter onherroepelijk heeft beslist op de beëindigingsvordering van de verhuurder. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van de artikelen 7:295 en 7:230 BW, en bevestigt dat er geen analoge toepassing van de algemene regeling van art. 7:230 BW kan plaatsvinden in dit geval.