ECLI:NL:HR:2011:BT2215
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag en vergrijpboete in loonbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de loonbelasting en een vergrijpboete. De naheffingsaanslag is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2004. Na bezwaar zijn de naheffingsaanslag en de boetebeschikking door de Inspecteur verminderd. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, maar het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de boete verminderd, terwijl de naheffingsaanslag werd bevestigd. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, maar uitsluitend wat betreft de boetebeschikking. De Hoge Raad oordeelt dat het aan grove schuld van belanghebbende zelf is te wijten dat er te weinig loonbelasting is afgedragen. Belanghebbende had een deskundige adviseur ingeschakeld en mocht erop vertrouwen dat deze zorg zou dragen voor een correcte administratie. De Hoge Raad concludeert dat de Inspecteur de feitelijke stellingen van belanghebbende niet heeft weersproken, waardoor de conclusie dat de boete terecht is opgelegd niet kan standhouden.
De Hoge Raad gelast dat de Staat het griffierecht vergoedt en veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 23 september 2011.