ECLI:NL:HR:2012:BV2507

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00949
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over voorlopige alimentatie en ontvankelijkheid hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende voorlopige alimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Breda en het hof, waaruit blijkt dat de man en de vrouw in een langdurige juridische strijd verwikkeld zijn over alimentatie. De rechtbank had eerder tussenbeschikkingen gegeven, maar de man had zijn hoger beroep niet tijdig ingesteld, waardoor het hof zijn beschikking niet kon toetsen. De Hoge Raad oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat dit pas gelijktijdig met de eindbeschikking is ingesteld, wat in strijd is met artikel 358 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad concludeert dat de klachten van de man niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door de vice-president en de overige raadsheren, waarbij de beslissing tot verwerping van het beroep is genomen.

Uitspraak

23 maart 2012
Eerste Kamer
11/00949
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. R.Th.R.F. Carli,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 187896 FA RK 08-1606 van de rechtbank Breda van 28 oktober 2008 (tussenbeschikking), 28 april 2009 (tussenbeschikking) en 21 oktober 2009 (eindbeschikking);
b. de beschikking in de zaak HV 200.054.930/01 en HV 200.054.933/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 november 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 23 maart 2012.