Uitspraak
beide gevestigd te Breukelen,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding
2.Het tweede geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
20 december 2013.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de vordering tot vernietiging van een bindend advies. De eisers, 't Sleyk B.V. en D.O.G.M. Onroerend Goed Maatschappij B.V., hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest, dat op 19 juni 2012 is gewezen, is aan het arrest van de Hoge Raad gehecht. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere uitspraak van 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ5081, waarin ook al een bindend advies aan de orde was. De eisers stellen dat er een gebrek is in de wijze van totstandkoming van het advies, wat hen nadeel heeft berokkend en dat zij belang hebben bij de vernietiging ervan.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de advocaten van beide partijen hebben hun standpunten toegelicht. De conclusie van de Advocaat-Generaal, E.M. Wesseling-van Gent, strekt tot verwerping van het beroep. De advocaten van 't Sleyk c.s. hebben hierop gereageerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8 lid 1 van de Rechtsvordering, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 373,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders en M.V. Polak, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.