ECLI:NL:HR:2013:BY8093

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 maart 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/03985
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige overheidsdaad en bewijsaanbod

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] c.s. tegen de Gemeente 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een onrechtmatige overheidsdaad waarbij de eisers in cassatie zich verzetten tegen het passeren van hun bewijsaanbod en essentiële stellingen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Hertogenbosch en een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waaruit blijkt dat de eisers in eerdere instanties niet in het gelijk zijn gesteld. De advocaat-generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 2.428,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door vice-president F.B. Bakels.

Uitspraak

22 maart 2013
Eerste Kamer
11/03985
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Eiser 2],
3. [Eiseres 3],
beiden wonende te [woonplaats], Duitsland,
EISERS tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. A.B. Baumgarten, thans mr. H.H.M. Meijroos,
t e g e n
GEMEENTE 'S-HERTOGENBOSCH,
zetelende te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 188850/HA ZA 09-454 van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 29 april 2009 en 16 september 2009;
b. het arrest in de zaak HD 200.054.057 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 22 maart 2011.
c. de tussenarresten in de zaak 11/03985 van de Hoge Raad van 11 november 2011 en 10 februari 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 2.428,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.B. Bakels op 22 maart 2013.