Uitspraak
[X]te
[Z], België(hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te 's-Hertogenboschvan 2 november 2012, nr. 11/00682, betreffende een beschikking tot aansprakelijkstelling ingevolge de Invorderingswet 1990.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 augustus 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de aansprakelijkheid van een bestuurder van een besloten vennootschap (BV) voor belastingaanslagen. De belanghebbende, als bestuurder van de BV, was aansprakelijk gesteld voor de niet-betaalde omzetbelasting over de jaren 2006 en 2007. De aansprakelijkstelling was gebaseerd op artikel 36 van de Invorderingswet 1990, waarbij de Ontvanger de belanghebbende aansprakelijk stelde voor de belasting die de BV verschuldigd was maar niet had voldaan. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aansprakelijkstelling, maar zowel de Rechtbank als het Gerechtshof bevestigden de aansprakelijkheid.
In cassatie werd door de belanghebbende betoogd dat de melding van betalingsonmacht niet tijdig was gedaan, omdat het accountantskantoor, dat de aangiften voor de BV verzorgde, grove schuld had. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd dat het beroep in cassatie gegrond moest worden verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de grove schuld van het accountantskantoor aan de BV kon worden toegerekend, en dat de melding van betalingsonmacht niet tijdig was gedaan. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling.
De Hoge Raad benadrukte dat de aansprakelijkheid van de bestuurder niet alleen afhankelijk is van de handelingen van het accountantskantoor, maar dat de bestuurder ook zelf verantwoordelijk is voor het tijdig en correct doen van aangifte. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de aansprakelijkheid van bestuurders in belastingzaken, vooral in situaties waarin accountants betrokken zijn bij de aangifte en de betaling van belastingen. De uitspraak onderstreept de noodzaak voor bestuurders om alert te zijn op hun verantwoordelijkheden en de rol van hun adviseurs.