Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het proces-verbaal van aangifte, op ambtseed opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier en [verbalisant 2], hoofdagent, beiden gecertificeerd zedenrechercheur, d.d. 7 juli 2010, bijlage 2, dossierpagina's 23-29, inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1992:
Ik ben het oudste kind van [betrokkene 2]. Mijn biologische vader leeft niet meer. Op een gegeven moment kreeg mijn moeder een relatie met [verdachte] en is zij met hem getrouwd. Na het huwelijk tussen mijn moeder en [verdachte] heeft hij mij ook als zijn kind erkend en daardoor draag ik ook de achternaam [van verdachte]. Ik heb [verdachte] altijd papa genoemd.
Ik was net 6 jaar of net nog niet. Bij het naar bed brengen kwam [verdachte] naar mijn kamer. Ik moest toen zijn penis vasthouden en daarna zat hij aan mijn vagina. Hij haalde zijn penis uit zijn broek en zei: "hou vast". Ik moest hem gewoon vasthouden. Eerst was die penis klein. Als ik hem dan vasthield werd hij harder en dikker en ik zag adertjes. [verdachte] zijn ademhaling hoorde ik dan ook zwaarder worden, alsof hij hijgde. Hij zei niets, maar hij betastte mij toen wel aan mijn vagina en kneep daar hard in, over mijn onderbroekje en pyjamabroek heen. Het is één keer dat hij mij zo heeft betast.
Een paar dagen later was ik aan het logeren bij de moeder van mijn oma. Ik noemde haar [betrokkene 3]. Ik zei tegen haar dat ik pijn aan mijn pruim had en dat papa mij bij mijn pruim had gepakt. Ik begon toen te huilen. Ik heb later gehoord dat [betrokkene 3] dit verteld heeft aan mijn oma [betrokkene 4], die haar dochter en de moeder van mijn moeder is. [betrokkene 3] en [betrokkene 4] zijn toen samen naar de huisarts [de huisarts] in Landgraaf geweest.
Wij woonden toen op [A] in de [a-straat 1] (het hof begrijpt te Heerlen).
2. De verklaring van [betrokkene 1] afgelegd bij de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Maastricht, d.d. 9 november 2011, voor zover inhoudende:
[verdachte] is mijn kamer opgekomen. Hij deed zijn broek naar beneden en ik moest zijn penis vasthouden. Gelijktijdig heeft hij mij in mijn vagina geknepen over mijn broek heen. Dat deed pijn. Ik heb het verteld aan mijn overgrootmoeder [betrokkene 3] en die heeft het weer verteld aan [betrokkene 4]. [betrokkene 4] is er mee naar de huisdokter gegaan.
3. Het proces-verbaal van verhoor, op ambtseed opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier en [verbalisant 2], hoofdagent, beiden gecertificeerd zedenrechercheur, d.d. 26 juli 2010, dossierpagina's 33-36, inhoudende als verklaring van [betrokkene 5]:
Mijn oudste dochter [betrokkene 2] heeft 8 kinderen. Haar oudste kind heet [betrokkene 1]. Zij heeft de achternaam [van verdachte]. [betrokkene 2] was getrouwd met [verdachte]. Ik weet dat [betrokkene 1] aangifte heeft gedaan. Ze zei alleen tegen mij dat er seksuele dingen waren gebeurd met [verdachte]. Verder heeft ze geen details verteld. Ik kon mij echter herinneren dat ik daar al iets over gehoord had toen [betrokkene 1] nog heel klein was. Zij was toen naar schatting 6 jaar oud. Mijn moeder leefde toen nog. [betrokkene 1] noemde haar [betrokkene 3]. Mij noemt ze [betrokkene 4]. Ik hoorde toen iets van mijn eigen moeder maar dat was haar door [betrokkene 1] zelf verteld, in kindertaal. Mijn moeder belde mij toen en ik moest komen want ze moest mij wat vertellen. [betrokkene 1] was daar toen aan het logeren. Ik ben daar heen gegaan. Mijn moeder vertelde mij toen dat [betrokkene 1] klaagde over pijn aan haar "pruimpje". Ze had ook gezegd dat papa haar daar iets gedaan had. Ik heb er ten slotte melding van gemaakt bij mijn huisarts, [de huisarts]. Hij was toen de huisarts van [betrokkene 2] en [betrokkene 1]. Die arts zei toen tegen mij dat hij er een aantekening van zou maken in het patiëntendossier van [betrokkene 1].
4. Het proces-verbaal van verhoor, op ambtseed opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier en [verbalisant 2], hoofdagent, beiden gecertificeerd zedenrechercheur, d.d. 18 augustus 2010, dossierpagina's 48-49, inhoudende als verklaring van [de huisarts]:
Bij aanvang van het verhoor werd aan de getuige getoond de fotokopie van het patiëntendossier van [betrokkene 1].
Dat is een kopie van het patiëntendossier van [betrokkene 1]. Ik heb dat recentelijk zelf verstrekt. Ik herken de kopie. Ik heb hier de originele groene patiëntenkaart ernaast liggen en u kunt zien dat die hetzelfde zijn. Ik heb destijds zelf daarop die aantekening op 24-4-1998 gemaakt over die melding van: "mogelijk seksueel problematiek met "vader"? Komt nog op terug". Mij werd toen verteld dat er seksueel misbruik plaats gevonden zou hebben door haar vader, niet zijnde haar biologische vader. Dit werd mogelijk toen gemeld door [betrokkene 1] haar oma.
5. Een geschrift, zijnde een fotokopie van het patiëntendossier met handgeschreven aantekeningen betreffende [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1992, bijlage 7, pagina 42 van het dossier, voor zover inhoudende:
24-4-'98
"Mogelijk seksueel problematiek met "vader"? Komt nog op terug"."