De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van aangifte [met nummer PL10AL 2010068207-1] [van 16 juni 2010], in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar
[verbalisant 1] [doorgenummerde pagina's 32 - 36].
Dit procesverbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 15 juni 2010 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 1]:
Op dinsdag 15 juni 2010 te 21.45 uur werd op [a-straat] ter hoogte van nummer [001], [plaats], het in de aanhef vermelde feit gepleegd.
Op zondag 6 juni 2010 heb ik mijn motor te koop aangeboden op marktplaats (naar het hof hier en hierna begrijpt: www.marktplaals.nl). Vandaag 15 juni 2010 omstreeks 19.55 uur kreeg ik een telefoontje van een persoon die opgaf te zijn [A]. Hij zei dat hij de advertentie op marktplaats had gezien en dat hij geïnteresseerd was en hij wilde weten wat mijn uiterste prijs was. Hij wilde met mij afspreken om de motor te bekijken en om een prijs af te spreken. Hij riep dat hij er over twintig minuten kon zijn. Om 20.05 uur belde [A] terug om te vragen naar het adres zodat hij dit in zijn TomTom kon invoeren. Ik moest het adres vaak spellen zodoende kreeg ik het idee dat hij hier niet bekend was. [A] zei dat hij er over twintig minuten zou zijn. Om 20.59 uur zag ik een persoon lopen in de straat met een mobiele telefoon aan zijn oor. Ik keek op mijn mobiel en ik zag dat ik gebeld werd door [A]. Ik ben daarop naar buiten gelopen. Ik had mijn motor al klaargezet op de stoep voor mijn huis. Ik heb de motor naar het begin van de straat geduwd. We hebben wat serieuzer over de prijs van de motor gesproken. Ik ben toen gezakt naar 14.000 euro. Als toegift vroeg [A] toen aan mij een stukje in de straat te rijden. Na mijn toestemming voor de rit op de motor liep [A] naar de parkeerplaats waar vroeger de ING zat. Ik heb bij mijn motor gewacht tot [A] terug kwam. [A] gaf mij een autosleutel. Na enige tijd, ik denk een kwartiertje heb ik de autosleutels geprobeerd door de knoppen van de centrale deur ontgrendeling in te drukken. De Audi waar ik nog steeds naast stond reageerde niet op de autosleutel die ik van [A] gekregen had. [A] kan ik als volgt omschrijven. Hij had een Marokkaans uiterlijk; hij had een grote zonnebril op zijn hoofd met een grote D daarop van Dolce en Gabbana. Hij droeg een glimmend zwarte sportjas met daaronder een bruin shirt. Hij had een zwarte spijkerstof achtige broek en sportieve schoenen. De overburen van nummer 45 hebben foto's gemaakt van deze man. Ik zal u deze foto's geven. De motor die gestolen is betreft een zilvergrijze
BMW R1200 GS.
2. Een proces-verbaal van verhoor van getuige, opgemaakt door mr. A. Eichperger, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank te Alkmaar en M.C. Zentveld, griffier.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 juli 2012 tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van [betrokkene 1]:
[A] vroeg of hij op de motor mocht rijden. Dat vond ik goed op voorwaarde dat hij een onderpand zou geven. Hij gaf mij autosleutels als onderpand.
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige [met nummer PLIOAL 2010068207-6] [van 16 juni 2010], in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] [doorgenummerde pagina's 40 - 41 ].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 15 juni 2010 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 2]:
Ik kwam thuis van mijn werk en ik kwam de buurman tegen. Het is de buurman van nummer [001] en hij heet [betrokkene 1] (naar het hof begrijpt: [betrokkene 1]). Het was rond 20.20 uur. Hij vertelde dat er een koper zou komen voor zijn motor en ik zag dat hij zijn motor had neergezet. Ik zei dat ik het nog wel in de gaten zou houden.
Omstreeks 21.00 uur zat ik in de woonkamer en zag ik een jongen aan komen lopen. Ik zag dat hij in onderhandeling ging met de buurman. Voor de zekerheid heb ik een paar foto's van hem gemaakt. Ik zag dat mijn buurman met de motor en de jongen naar de [b-straat] liepen.
Ik zag dat de jongen van Marokkaanse of Arabische afkomst was. Hij was gekleed in een zwart jasje en spijkerbroek. Hij had een zonnebril op.
4. Een proces-verbaal van bevindingen [met nummer PLIOAL 2010068207-34] [van 11 december 2010], in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] [doorgenummerde pagina 75].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven als mededeling van verbalisanten:
Op donderdag 9 december 2010 is verdachte [verdachte] door de verhorende verbalisanten, [verbalisant 3] en [verbalisant 4], voor 100% herkend als de man die op de foto's gemaakt door getuige [betrokkene 2] staat afgebeeld.
4. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 22 februari 2013: Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik blijf bij mijn eerdere verklaring, dat ik de man ben die is te zien op de foto's in het dossier en dat ik die dag in Alkmaar was en sprak met [betrokkene 1]."