ECLI:NL:HR:2015:2167

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 augustus 2015
Publicatiedatum
30 juli 2015
Zaaknummer
14/00343
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake vennootschapsbelasting en zakelijke overwegingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juni 2015 een arrest gewezen met nummer 14/00343. Na het uitspreken van dit arrest is gebleken dat er op twee punten verbetering nodig was. De Hoge Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich over deze misslagen uit te laten, maar zij hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De verbeteringen betreffen een verwijzing naar een eerder arrest, waarbij de datum en het nummer onjuist waren vermeld. Daarnaast is er een fout in de formulering van een zin die het oordeel van het Hof betreft, waarbij een woord ten onrechte was opgenomen. De Hoge Raad heeft besloten om deze fouten te verbeteren en de verbeteringen op de minuut van het eerdere arrest vast te leggen. Het arrest is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2015.

Uitspraak

14 augustus 2015
nr. 14/00343
Herstelarrest
gewezen ter verbetering van het arrest van de Hoge Raad van 5 juni 2015, nr. 14/00343, ECLI:NL:HR:2015:1460, gewezen op het beroep in cassatie van
[X1] B.V. en [X2] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbenden), alsmede het beroep in cassatie van
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 5 december 2013, nrs. 12/01171 en 12/01172.

1.Het arrest in het geding

1.1.
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 5 juni 2015 arrest gewezen. Nadien is het de Hoge Raad gebleken dat het arrest op een tweetal punten verbetering behoeft.
1.2.
In het arrest is in onderdeel 3.1.3 overwogen:
“3.1.3. Bij het onderzoek naar de beweegredenen is van belang dat in het systeem van de Wet besloten ligt dat een belastingplichtige keuzevrijheid heeft bij de vorm van financiering van een vennootschap waarin zij deelneemt (vgl. HR 2 februari 2014, nr. 12/04640, ECLI:NL:HR:2014:224, BNB 2014/79).”
De datum en het nummer van het arrest waarnaar wordt verwezen is niet – zoals vermeld – 2 februari 2014, nr. 12/04640, maar 7 februari 2014, nr. 12/03540.
1.3.
In onderdeel 3.4 van het arrest is voorts overwogen:
“3.4. Middel III in het beroepschrift van belanghebbenden richt zich met rechts- en motiveringsklachten tegen het oordeel van het Hof dat belanghebbenden niet aannemelijk hebben gemaakt dat de onderhavige geldlening
nietis ingegeven door in overwegende mate zakelijke overwegingen…”.
Het hiervoor gemerkte woordje ‘niet’ is ten onrechte in de zin opgenomen en dient te vervallen.
1.4.
Bij brieven van 15 juni 2015 heeft de Hoge Raad partijen in de gelegenheid gesteld zich over beide misslagen uit te laten. Partijen hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
De Hoge Raad zal derhalve de verbeteringen doorvoeren zoals hiervoor in de onderdelen 1.2 en 1.3 vermeld.

2.Beslissing

De Hoge Raad:
verbetert de hierboven vermelde fouten in het arrest van 5 juni 2014, nr. 14/00343, en stelt de verbeteringen op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, de vice-president R.J. Koopman, en de raadsheren P. Lourens, C.B. Bavinck en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2015.