Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"Een proces-verbaal van aangifte van 8 juni 2014 met nummer PL1302-2014141001-1 wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 01 en volgende).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 1] :
Ik doe namens mijn vriend [betrokkene 2] aangifte van diefstal uit onze auto, een blauwe Volkswagen Passat, voorzien van kenteken [AA-00-BB] . Op 7 juni 2014 omstreeks 17.00 uur heb ik de auto geparkeerd op de Maarten Jansz Kosterstraat te Amsterdam. Ik heb de auto rondom afgesloten en deugdelijk achtergelaten. Vandaag 8 juni 2014 om 06.00 uur werd er aangebeld. Een politieagent vertelde mij dat er was ingebroken in onze auto. De ruit aan de bestuurderskant is ingeslagen. Tevens is het slot aan de bestuurderskant geforceerd.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 8 juni 2014 met nummer PL132J-2014141001-5, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] (doorgehummerde pagina's 12 en volgende).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als bevindingen van verbalisanten:
Op 7 juni 2014 (het hof begrijpt: 8 juni 2014) omstreeks 5.25 uur heb ik, verbalisant [verbalisant 2] , een getuige gesproken die later bleek te zijn genaamd: [betrokkene 3] . Wij, verbalisanten, zijn daarop naar het voertuig, gelopen op de Maarten Jansz Kosterstraat en zagen dat dit een personenauto was van het merk Volkswagen en het type Passaten voorzien van het kenteken [AA-00-BB] . Wij zagen dat het glas van het bestuurdersportier was ingeslagen.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat de verdachte [betrokkene 4] op de zijkant van de pink van zijn linkerhand een wond had. Ik, verbalisant, zag tevens dat [betrokkene 4] glasscherven in zijn nek had.
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 8 juni 2014 met nummer PL132K-2014141001-6, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] (doorgenummerde pagina's 14 en volgende).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als bevindingen van verbalisanten:
Op 8 juni 2014 omstreeks 05.23 uur kregen wij, verbalisanten, de melding te gaan naar het Frederiksplein, alwaar twee verdachten zouden lopen die zojuist hadden ingebroken in een auto aldaar. Een van de verdachten zou een spijkerjas, korte broek en blauwe gympen dragen en de andere verdachte zou een zwart t-shirt dragen. De verdachten zouden vanaf het Frederiksplein in de richting van de Sarphatistraat lopen. Ter plaatse zagen wij twee personen lopen die aan het opgegeven signalement voldeden. Hierop hebben wij beide verdachten staande gehouden, die opgaven te zijn: [verdachte] en [betrokkene 4] . Op de Maarten Jansz Kosterstraat troffen wij het volgende voertuig: personenauto Volkswagen Passat, kleur blauwe, kenteken [AA-00-BB] . Wij zagen dat de ruit van genoemd voertuig was vernield. Derhalve hebben wij voornoemde verdachten aangehouden.
4. Een proces-verbaal van aanhouding van 8 juni 2014 met nummer PL132K-2014141001-2, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] (doorgenummerde pagina's 06 en volgende).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten:
Wij, verbalisanten, hielden op 8 juni 2014 omstreeks 05.40 uur op de locatie Sarphatistraat te Amsterdam als verdachte aan: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] .
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 juni 2014 met nummer 2014141001-10, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] (doorgenummerde pagina's 23 en volgende).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
De vriend met wie ik liep heet [betrokkene 4] . Ik heb een spijkerjas en korte broek aan.
6. Een proces-verbaal van 10 juni 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de verdachte:
U houdt mij voor dat ik ben gefotografeerd op drie meter afstand van de auto waarin is ingebroken en dat een getuige heeft verklaard dat ik op de uitkijk stond. Ik wilde mijn vriend niet achterlaten.
7. Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 juni 2014 met nummer 2014141001-9, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 28 en volgende).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [betrokkene 4] :
Mijn vriend heet [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte] ). Ik ben aangehouden met hem.
8. Een proces-verbaal van de terechtzitting van het Gerechtshof Amsterdam van 14 oktober 2014.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven als de ter terechtzitting afgelegde verklaring van de getuige [betrokkene 3] , geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] :
Ik zat op 8 juni 2014 in mijn kantoor. Dat is 2 hoog boven mijn woning. Ik heb twee manspersonen gezien. Het was licht, de zon was net opgekomen. Het was na 4 uur 's morgens. Het was vroeg in de ochtend. Ik hield die twee in de gaten. Ik zat voor het raam. Mijn bureau staat voor het raam. Ik zag het tweetal op het plein, bij het plantsoen staan. De reden om ze in de gaten te houden? Ze waren ontzettend om zich heen aan het kijken. Ik heb daarom een foto gemaakt. De man met de zwarte jas was geïnteresseerd in het voertuig en keek naar het voertuig. De andere man keek in de richting van het plein om te zien of er mensen waren die zagen wat zij aan het doen waren. Ik zag dat ze geïnteresseerd waren in een VW Passat. Ik herkende deze auto als de auto van de buurman. Het klopte niet, deze combinatie, deze personen bij die auto.
Boven zag ik dat die twee personen bij het voertuig stonden. Ik zag dat de persoon met de zwarte jas handelingen verrichtte bij het voertuig. Hij stond met zijn rug naar mij gekeerd. Ik zag niet welke handelingen hij verrichtte. Dit heeft een tiental seconden geduurd, waarna de man met de zwarte jas naar de andere kant van het voertuig is gelopen om daar met zijn lichaam tegen aan te gaan staan. Ik kon niet zien wat zijn handen deden. Ik heb mijn telefoon gepakt, 112 ingetoetst en op het moment dat ik dat nummer intoetste werd de ruit van die auto ingeslagen. Nadat de man met de zwarte jas naar de bestuurderszijde liep, deed hij zijn jas uit, wikkelde deze om zijn hand en sloeg de ruit in. Ik kon niet zien of hij een voorwerp in zijn hand had waarmee hij dat deed. Ik heb op dat moment 112 gebeld en live mijn bevindingen verteld. De man met de zwarte jas had de ruit aan de bestuurderszijde ingeslagen, waarna ik zag dat hij met zijn romp in het voertuig ging. De deur was nog niet opengedaan.
Ik heb mijn schoenen aangedaan en ben naar beneden gelopen terwijl ik de politie aan de lijn had. Op dat moment zag ik dat de beide mannen van het voertuig wegliepen in de richting van de Nederlandse Bank. Ik heb te voet de achtervolging ingezet richting de Nederlandse Bank, bij de Sarphatistraat, de brug over bij het Amstelhotel. Er kwamen politievoertuigen ter plaatse en ik heb de beide mannen aangewezen.
De mannen bij het voertuig waren dezelfde als die door de politie zijn aangehouden. Dat weet ik 100% zeker. Ik heb geen andere personen op straat gezien.
De andere man droeg een driekwart spijkerbroek, blanke huidskleur, een jaar of 20 - 30. Van zijn bovenkleding kan ik me de kleur niet herinneren. Ik heb deze man geen handelingen zien plegen bij het voertuig. Hij stond volgens mij op de uitkijk. Hij stond op 4 à 5 meter van het voertuig, keek in de andere richting terwijl de man met de zwarte jas de ruit insloeg. Ze waren duidelijk met elkaar. Hij is daarna samen met die andere man weggelopen. Daaruit maak ik op dat hij op de uitkijk stond.
Voordat ze bij het voertuig waren, keken ze beide dezelfde richting op. Ik heb de gesprekken niet kunnen volgen, maar ik heb wel gezien dat ze met elkaar in gesprek waren. Dat was een kleine 5 à 10 minuten voor ze bij het voertuig kwamen. Ik zag ze voor het eerst toen ze op een afstand van 5 à 8 meter van de auto stonden. Het is daar een ontspanningsplek omdat er een bankje staat. Op het moment dat de man met de zwarte jas ging staan en om de auto heen ging lopen, ging ik opletten. De andere man met de spijkerbroek is niet dichter dan 3 à 4 meter van de auto geweest."