Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
12 april 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Officier van Justitie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 16 maart 2015, met nummer RK 15/24. Het betreft een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Rechtbank had vastgesteld dat er sprake was van een conservatoir beslag op basis van artikel 94a Sv, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze vaststelling onjuist was. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot een beslissing over verwijzing of terugwijzing door de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank niet alleen had moeten vaststellen dat het beslag was gelegd op basis van artikel 94a Sv, maar ook had moeten onderzoeken naar de juridische grondslag van het beslag en haar oordeel dienaangaande nader had moeten motiveren. De Hoge Raad vernietigt daarom de beschikking van de Rechtbank en wijst de zaak terug naar de Rechtbank Oost-Brabant, zodat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw kan worden behandeld en afgedaan. Deze uitspraak is gedaan op 12 april 2016 en is openbaar uitgesproken.