ECLI:NL:HR:2017:657

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 april 2017
Publicatiedatum
11 april 2017
Zaaknummer
16/04579
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake beklag en beslag in strafrechtelijke procedure

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Officier van Justitie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 26 juli 2016. Het betreft een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dat is ingediend door een klager. De Hoge Raad heeft op 11 april 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 16/04579. De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en verwijzing naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een herbehandeling van het klaagschrift.

De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank niet het juiste toetsingskader heeft toegepast bij de beoordeling van het klaagschrift. De Rechtbank had bij de gegrondverklaring van het klaagschrift niet vooruit mogen lopen op de mogelijke uitkomst van een nog te voeren procedure in de hoofdzaak. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat het klaagschrift opnieuw kan worden behandeld en afgedaan.

Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de Rechtbank in het kader van beklagprocedures en het juiste toetsingskader dat gehanteerd moet worden, rekening houdend met het voorlopige karakter van dergelijke procedures.

Uitspraak

11 april 2017
Strafkamer
nr. S 16/04579 B
LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 26 juli 2016, nummer RK 15/24, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over de motivering van de gegrondverklaring van het klaagschrift, waartoe is aangevoerd dat de Rechtbank bij de beoordeling van de vraag of het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de in beslag genomen personenauto, is vooruitgelopen op de mogelijke uitkomst van een nog te voeren procedure in de hoofdzaak.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 6 en 8 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 april 2017.