Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 mei 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1994, had beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Hof, waarin het verzoek om toepassing van artikel 77c (oud) van het Wetboek van Strafrecht werd afgewezen. Dit artikel betreft de toepassing van sanctierecht voor jeugdigen. De verdachte had de leeftijd van achttien jaren bereikt, maar was nog geen eenentwintig jaar oud. De advocaat van de verdachte, P.H.L.M. Souren, had een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest was gehecht. De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden. De rechter had de mogelijkheid om sancties voor jeugdigen toe te passen, mits er grond was in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit was begaan. Het Hof had de juiste maatstaf aangelegd en was niet gehouden tot een nadere motivering, gezien de argumenten die door de raadsman waren aangevoerd. De Hoge Raad verwerpt het beroep, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.