ECLI:NL:HR:2018:661

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 april 2018
Publicatiedatum
24 april 2018
Zaaknummer
17/01822
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstek verleend door het Hof wegens schending van het aanwezigheidsrecht van de verdachte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 april 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 10 april 2017 bij verstek was gewezen. De verdachte, geboren in 1960, was ten tijde van de behandeling in hoger beroep gedetineerd uit anderen hoofde en had niet vrijwillig afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn bij de zitting. De advocaat van de verdachte, M.R. Mantz, heeft namens hem cassatie ingesteld. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de beslissing van het Hof om verstek te verlenen onjuist was, omdat de verdachte niet in de gelegenheid was gesteld om zijn zaak bij de behandeling in hoger beroep bij te wonen. Dit is in strijd met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op een eerlijk proces waarborgt, inclusief het recht op aanwezigheid bij de rechtszitting. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld en afgedaan.

Uitspraak

24 april 2018
Strafkamer
nr. S 17/01822
NA/SA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 april 2017, nummer 22/005549-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat de verdachte in strijd met art. 6 EVRM niet in de gelegenheid is gesteld bij de berechting van zijn zaak in hoger beroep aanwezig te zijn, aangezien hij ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde was gedetineerd en hij niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de plaatsvervangend Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 8 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
24 april 2018.