ECLI:NL:HR:2025:1537

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
25/02442
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake herziening verzoek belanghebbende

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X], hierna aangeduid als belanghebbende, tegen het bestuur van Stichting Openbaar Onderwijs Amsterdam-Zuidoost Sirius, thans de Stichting Zonova. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 mei 2025, nummer 24/828-V, die betrekking had op een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 19 september 2024, nummer 24/828 AW.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Hoge Raad alleen kennisneemt van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Aangezien er geen wettelijke bepaling is die het beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, die is gedaan op verzet tegen een uitspraak op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard.

De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 10 oktober 2025, waarbij de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.P.J. van Kampen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer25/02442
Datum10 oktober 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
het BESTUUR VAN STICHTING OPENBAAR ONDERWIJS AMSTERDAM-ZUIDOOST SIRIUS, thans DE STICHTING ZONOVA
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 mei 2025, nr. 24/828-V [1] , op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep betreffende een verzoek van belanghebbende om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 september 2024, nr. 24/828 AW.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Op grond van artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad alleen kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep als deze, die is gedaan op verzet tegen een met toepassing van artikel 8:54 Awb gedane uitspraak. Het beroep in cassatie moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.P.J. van Kampen, en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2025.