ECLI:NL:HR:2025:684
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Den Haag inzake belastingzaak
In deze zaak heeft [X] beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 8 juni 2023, nr. SGR 22/8332 V. Dit beroep betreft een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 17 maart 2023. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Na beoordeling van de klachten door de Hoge Raad, is vastgesteld dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 25 april 2025.