Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
a) nagaan wat de maximaal op te leggen tijdelijke gevangenisstraf zou zijn geweest als alle, dat wil zeggen ook de na de datum van het plegen van het door de rechter te beoordelen feit, door een andere rechter al beoordeelde feiten gevoegd zouden zijn behandeld en dus tot één rechterlijke uitspraak zouden hebben geleid, terwijl
b) hij in ieder geval geen hogere straf zal mogen opleggen dan overeenkomt met het hiervoor onder a) bedoelde maximum verminderd met de eerder opgelegde straffen en
c) hij in geen geval hoger mag straffen dan tot het maximum van de vrijheidsstraf die is gesteld op het door hem te berechten feit.
(Vgl. HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9407 en HR 17 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9992.)
Daarbij is niet van belang of de veroordeling voor de door de andere rechter al beoordeelde feiten al dan niet onherroepelijk is (vgl. HR 17 mei 1983, ECLI:NL:HR:1983:AC7985).
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
13 mei 2025.