ECLI:NL:OGEAC:2020:282

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
2 december 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
CUR201904106 t/m CUR201904108
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen en reële uitspraak op bezwaar inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premies

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 2 december 2020 uitspraak gedaan over de beroepen van belanghebbende tegen de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premies voor het jaar 2014. De belanghebbende, een belastingadviseur, had op 2 november 2018 navorderingsaanslagen ontvangen, waartegen zij op 13 november 2018 bezwaar had gemaakt. Vervolgens heeft zij op 31 oktober 2019 beroepen ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op deze bezwaren. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de Inspecteur op 21 oktober 2020 de navorderingsaanslagen heeft vernietigd, waardoor de belanghebbende geen belang meer had bij de beroepen tegen het niet-tijdig beslissen. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk verklaard.

Daarnaast heeft het Gerecht overwogen dat de beroepen van belanghebbende ook gericht waren tegen de reële uitspraken op bezwaar. Aangezien de Inspecteur volledig tegemoet is gekomen aan de klachten van belanghebbende, konden deze beroepen ook niet leiden tot een gunstiger resultaat voor haar. Het Gerecht heeft daarom ook deze beroepen niet-ontvankelijk verklaard.

Wat betreft de proceskosten heeft het Gerecht geen aanleiding gezien om de Inspecteur te veroordelen in de kosten, omdat de rechtsbijstand niet door een derde is verleend. De belanghebbende is zelf belastingadviseur en de rechtsbijstand is verleend door haar moeder, die de directeur is van de vennootschap waar belanghebbende werkt. Het Gerecht heeft ook bepaald dat het griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende moet worden vergoed, omdat het beroep tegen de uitspraak op bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard, maar de Inspecteur wel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen.

Uitspraak

Uitspraak van 2 december 2020
BBZ nrs. CUR201904106 t/m CUR201904108
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 2 november 2018 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2014 opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 215.393, resulterend in een verschuldigd bedrag van NAf 9.704.
1.2
Aan belanghebbende is op 2 november 2018 een navorderingsaanslag premie AOV/AWW voor het jaar 2014 opgelegd naar een premie-inkomen van NAf 222.850, resulterend in een verschuldigd bedrag van NAf 272.
1.3
Aan belanghebbende is op 2 november 2018 een navorderingsaanslag premie AVBZ voor het jaar 2014 opgelegd naar een premie-inkomen van NAf 222.850, resulterend in een verschuldigd bedrag van NAf 544.
1.4
Belanghebbende heeft op 13 november 2018 tegen de navorderingsaanslagen bezwaar gemaakt.
1.5
Belanghebbende heeft op 31 oktober 2019 beroepen ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.6
De Inspecteur heeft op 21 oktober 2020 een verweerschrift ingediend.
1.7
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 21 oktober 2020 de navorderingsaanslagen vernietigd.
1.8
De zitting heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2020 te Willemstad. Belanghebbende is vertegenwoordigd door haar moeder [A]S. van [X] NV. Namens de Inspecteur is zonder voorafgaand bericht niemand verschenen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Belanghebbende heeft op 31 oktober 2019 beroepen ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar tegen de navorderingsaanslagen. Hangende onderhavige beroepsprocedure heeft de Inspecteur op die bezwaarschriften beslist. Belanghebbende heeft derhalve geen belang meer bij de beroepen tegen het niet tijdig beslissen op bezwaren. Deze beroepen zijn mitsdien niet-ontvankelijk.
2.2
De door belanghebbende ingestelde beroepen van 31 oktober 2019 worden ook geacht te zijn gericht tegen de (reële) uitspraken op bezwaar (GEA Curaçao 17 april 2018 ECLI:NL:OGEAC:2018:57). Ook deze uitspraken zijn dus onderwerp van onderhavige procedure.
2.3
De Inspecteur is in de uitspraken op bezwaar volledig tegemoetgekomen aan de klachten van belanghebbende. De beroepen tegen deze uitspraken kunnen dus niet tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat leiden. Die beroepen moeten derhalve wegens het ontbreken van een belang ook niet-ontvankelijk worden verklaard.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

3.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten, nu geen sprake is van door een derde verleende rechtsbijstand. Het beroep is immers ingesteld door [X] NV, een vennootschap waarvan belanghebbende middellijk de helft van de aandelen houdt. Belanghebbende is zelf belastingadviseur. Het beroepschrift is getekend door de directeur van [X] NV, zijnde de moeder van belanghebbende. Zij heeft in het kader van een boekenonderzoek eerder verklaard dat de onderneming van [X] NV aan huis is gevestigd, meer een familie-zaak is en dat belanghebbende werkzaamheden verricht voor [X] NV. Niet is gesteld of gebleken dat ten tijde van de indiening van de bezwaar- en beroepschriften de situatie anders was. Gelet op deze feiten en omstandigheden is het Gerecht van oordeel dat de door [X] NV verleende rechtsbijstand niet door een derde is verricht (vgl. GEA Curaçao 2 oktober 2020, ECLI:NL:OGEAC:2020:229).
3.2
De beslissing omtrent het griffierecht hangt af van de beslissing over de alsnog genomen reële uitspraak op bezwaar. Alleen indien het beroep daartegen gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht te worden vergoed (HR 8 oktober 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3504; GEA Curaçao 5 september 2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:234). In het onderhavige geval is het beroep tegen de door de Inspecteur alsnog gedane uitspraak op het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat de Inspecteur na het instellen van het beroep geheel aan de bezwaren van belanghebbende is tegemoetgekomen. Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat de Inspecteur ook dan het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende vergoedt (vgl. GEA Curaçao 26 juni 2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:150).

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen tegen het niet tijdig beslissen op de bezwaren niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen tegen de uitspraken op bezwaar niet-ontvankelijk;
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 2 december 2020, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500