Uitspraak
[APPELLANT 1],
[APPELLANT 2],
1.Het verzoek tot verbetering
2.De beoordeling
3.De beslissing
“veroordeelt RBCTA, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [appellanten] gevallen.”
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, betreft het een herstelvonnis naar aanleiding van een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis. De zaak is gestart door de vereniging Rainbow Beach Club Transition Association (RBCTA), die in eerste aanleg als eiseres in conventie en verweerster in reconventie optrad. De appellanten, een echtpaar wonende in de Verenigde Staten, waren in eerste aanleg opposanten en gedaagden in conventie, en eisers in reconventie. Het Hof ontving op 14 juni 2021 een verzoek van mr. Kutluer, die de rechtbank wees op een kennelijke fout in het vonnis van 11 juni 2021, waarin geen bedragen voor de proceskosten waren vermeld. Het Hof ontving ook een bevestiging van mr. Choennie dat zij geen bezwaar had tegen het herstelverzoek. Op 18 juni 2021 werd een herstelvonnis uitgesproken, maar op 28 juni 2021 meldde mr. Kutluer dat er opnieuw een fout was gemaakt, waarbij RBCM ten onrechte werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten in plaats van RBCTA. Het Hof oordeelde dat er sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig kon worden hersteld op basis van artikel 66 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het verzoek tot verbetering werd toegewezen, en het Hof bepaalde dat RBCTA werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 27 juli 2021, waarbij de oudste rechter tekende in verband met de afwezigheid van de voorzitter.